Het antwoord op het historisch weetje van 14 januari 2022 is:
Caspar Reuvens
18% van de inzenders had het goed.
#historischweetje
1/16
Reuvens (1793-1835) studeerde rechten en klassieke letteren. Aanvankelijk vestigde hij zich als advocaat, maar in 1815 besloot hij dat hij de klassieken interessanter vond.
2/16
Koning Willem I probeerde op dat moment de Universiteit van Harderwijk nieuw leven in te blazen, en benoemde Reuvens tot hoogleraar klassieke letteren.
In 1818 al kwam er een eind aan de poging om weer iets te maken van de Harderwijkse universiteit.
3/16
Op voorspraak van zijn leermeester Jacob van Lennep werd Reuvens toen, 1818, benoemd als buitengewoon hoogleraar Algemene Oudheidkunde in Leiden. In 1826 werd dit omgezet in een gewoon hoogleraarschap.
resources.huygens.knaw.nl/bwn1780-1830/l…
4/16
Onderdeel van zijn leeropdracht was om een museum te beginnen. Daarmee was Reuvens ook de grondlegger en eerste directeur van het Rijksmuseum van Oudheden. Hij liet zich daarbij inspireren door het Louvre en British Museum, die hij beide bezocht had.
5/16
Vanaf 1827 tot 1834 verricht Reuvens opgravingen in Voorburg op landgoed Arentsburg. Hij beweegt de overheid om het landgoed aan te kopen en krijgt een budget van 5.000 gulden per jaar om op te graven. Dat budget komt later wel in de knel door de Belgische opstand.
6/16
Het is bekend dat er onder Arentsburg Romeinse resten liggen. Zo wordt er in 1771 een hand van een groot ruiterstandbeeld gevonden.
7/16
Men vermoedt al dat het hier om Forum Hadriani gaat, alias Municipium Cananefatium, de Romeinse hoofdplaats voor de stam der Cananefaten. Het bestaan van deze stad was al bekend door de Peutinger kaart.
8/16
Reuvens vindt niet de rest van het standbeeld, of andere spectaculaire losse vondsten. Hij gaat wel als een van de allereerste archeologen methodisch te werk: hij houdt een opgravingsdagboek bij, hij tekent vondsten in op de kaart, en hij maakt als eerste profielen.
9/16
Dat maakt het mogelijk voor Jan Holwerda (1908-1915) en Jules Bogaers (1960) die ook opgravingen verrichten naar Forum Hadriani om voort te bouwen op Reuvens' werk.
10/16
Daarnaast is Reuvens ook actief in het populariseren van wetenschap. Hij publiceert veelvuldig in het populair-wetenschappelijke tijdschrift Antiquiteiten, onder andere in 1826 een artikel over Champollions ontcijfering van de hiëroglyfen.
11/16
In 1835 overlijdt Reuvens, op 42-jarige leeftijd, aan de gevolgen van een beroerte.
Het jaarlijkse congres van de Nederlandse archeologie is naar hem vernoemd.
reuvensdagen.nl
12/16
Champollion (1790-1832) was geen archeoloog, maar linguïst, en is onsterfelijk geworden door de ontcijfering van de hiëroglyfen, het oude Egyptische schrift, waarover hij vanaf 1822 publiceert.
13/16
Heinrich Schliemann (1822-1890) heeft eerst fortuin gemaakt als handelaar voordat hij archeoloog werd. Hij is vooral beroemd geworden door zijn opgravingen naar Troje, en later die in Mycene en Tiryns.
14/16
Schliemann ging daarbij als een stier door de porseleinkast. Hij dacht dat laag Troje II (en niet Troje VIIa) de stad van Priamus was, en blies alles daarboven met dynamiet op. De "schat van Priamus" heeft hij uit Turkije gesmokkeld en is verloren gegaan.
15/16
Arthur Evans (1851-1941) was journalist voor de Guardian en conservator van het Ashmoleian voordat hij begon aan zijn opgravingen van het Minoïsche paleis in Knossos (1900-1905). Hij is bekritiseerd voor zijn reconstructie van de resten met behulp van modern beton.
16/16
Share this Scrolly Tale with your friends.
A Scrolly Tale is a new way to read Twitter threads with a more visually immersive experience.
Discover more beautiful Scrolly Tales like this.