Sinds Fortuyn ging het vaak over "wie zijn we? Wat is de Nederlandse identiteit?" Maxima gaf aan dat 'de Nederlander' niet bestond en het land was te klein.
Mensen als Baudet stellen steeds vaker dat bepaalde ingezetenen van NL wezenlijk anders zijn. Er niet bij horen.
Baudet schreef al in z'n proefschrift dat wat hem betreft een democratie niet op grotere schaal dan de natiestaat levensvatbaar kan zijn. Geen natiestaat zonder natie. En een beetje natie is natuurlijk ook wel 'zuiver' van samenstelling.
Daarmee impliceert hij (en veel volgers al dan niet bewust in z'n kielzog) dat een gezamenlijke culturele identiteit volledig congruent moet zijn met een politiek-burgerlijke identiteit.
Terwijl dat in een democratische rechtsstaat twee aparte dingen moeten kunnen zijn.
Voor een zoektocht naar culturele identiteit is de vraag "wie zijn wij?" vaak pregnant. En in tijden van veranderende bevolkingssamenstelling (nb: wanneer is dat niet?) doemt die vraag op.
Geen onterechte vraag - mits mensen er op een open manier mee om gaan.
Volgens mij hoeven culturele en burgerlijke identiteit echter helemaal niet volledig samen te vallen. Sterker nog, in tegendeel!
Ik hecht juist zo aan een democratische rechtsstaat omdat die het juist mogelijk maakt voor mensen en groepen om te verschillen.
Het is wel zo dat een democratie niet kan functioneren zonder een politieke gemeenschap. Het gedeelde burgerschap is in mijn ogen wat die gemeenschap maakt, niet perse een gedeelde culturele identiteit. Dit gedeelde burgerschap maakt een ieder 'mede-eigenaar' van de staat.
Een door burgers gedragen staat moet borgen dat ieder individu zichzelf kan zijn/uitvinden/herontwikkelen. Zo'n staat borgt dat mensen in groepen van gelijkgestemden kunnen verschillen van anderen.
En dat kan enkel vanuit een gedeeld gelijkwaardig burgerschap.
Burgerschap is in mijn ogen veel meer dan enkel een kwestie van rechten en plichten. Burgerschap zal moeten leiden tot een gedeelde burgerlijke identiteit, tot het gedeeld gevoelde eigenaarschap van de staat.
(die gezamenlijk democratisch gedragen staat is een uiting van gebundelde publieke macht, die zich dan weer te weer moet stellen tegen de grote private machten die de wereld nu ook eenmaal kent. Maar dat is weer een ander verhaal... #anarchokapitalisme)
In gesprek met iemand die vindt dat culturele en burgerlijke identiteit volledig congruent zijn (nationalisme bv), zijn belangrijke vragen: wie hoort volgens u bij de natie? Kunnen nieuwe mensen bij de natie gaan horen? Wanneer wel? Waarom niet?
Buiten dat denkraam is de vraag: waarom denkt u dat een gedeelde burgerlijke identiteit niet mogelijk is zonder gedeelde culturele identiteit?
Of als men stelt dat de ander geen NLer is, vraag dan hier op door: ook geen staatsburger? Dat wordt niet gezegd, wel geïmpliceerd.
Voor allen die denken dat een burgerlijke identiteit mogelijk is zonder culturele eenvormigheid is de opdracht om aannemelijk te maken dat 'we' een politieke gemeenschap kunnen vormen vanuit een gezamenlijke burgerlijke identiteit.
Dat vindt dus namelijk niet iedereen.
Dan moet je ook antwoord kunnen geven op "wie 'is' wij?"
Om die vraag te antwoorden moet je ook een gesprek kunnen voeren over de vraag "wie niet?"
Niet alle mensen op aarde horen immers tot 'onze' politieke gemeenschap. Wie mag daar bij horen van ons? En wie waarom niet?
We moeten onderlinge verschillen kunnen benoemen, vanuit een gedeelde identiteit als burgerlijk eigenaar van onze gedeelde staat.
Om onze verschillen te bespreken moeten we weten waar we met elkaar overeenkomen. Wie is wij?
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
Hieronder hoe ik kwam tot mijn tweet @ILoveErfgoed:
Met de bouw van Leidse Rijn is het geografische centrum van Utrecht flink naar het westen opgeschoven. De oude binnenstad ligt nu aan de oostkant van de gehele stad. Utrecht groeit in 1 generatie van 225.000 naar 400.000 inw.
Met die groei is ook meer 'stad' nodig, waarbij voor mij de term 'stad' meer inhoudt dan statistieken over inwoneraantallen, functies of bereikbaarheid. Het gaat voor mij om wat aanvoelt als een stad. Dat hoeft niet perse torens van 100+ meter te zijn, zie bijvoorbeeld LRC.
Voor mij is de verhouding tussen hoogte en breedte van invloed op hoe stedelijk iets aanvoelt. Een paar vergelijkingen met Parijs: (Ik weet dat Utrecht en Parijs onvergelijkbaar zijn, daar gaat het mij niet om. Het gaat me om hoe stedelijk sommige plekken wel of niet aanvoelen.)