Strafzaken houden de gemoederen soms flink bezig. Zonder de zaak te kennen, staan velen al met hun oordeel klaar. Vroeger was dat beter. Of niet? Niet per se. Dat blijkt uit de gebeurtenissen rond de strafzaak tegen Hendrik Jacobus Jut, die vandaag in 1851 werd geboren. (1/20)
Jut en zijn vrouw zaten krap bij kas. Daarop besloten ze een rijke weduwe thuis te beroven. Aangekomen in het huis, leidt de vrouw van Jut de weduwe af. Jut kan daardoor de dienstbode om het leven brengen door haar neer te steken. Dan brengt hij de weduwe om het leven. (2/20)
Jut en zijn vrouw gaan er met de kostbare bezittingen van de weduwe vandoor. De gebeurtenissen leiden tot maatschappelijke woede die zich ook richt op de verdachte – niet Jut – die wordt aangehouden. De verdachte probeert in zijn cel zelfmoord te plegen. Later worden … (3/20)
… nog twee verdachten aangehouden, maar uiteindelijk moet de politie hen laten gaan. “Hun schuld scheen vast te staan, hunne vrijlating na maanden lange gevangenis werd een bewijs van de krachteloosheid der politie genoemd (…)”, volgens een van de boeken over de zaak. (4/20)
Tweeënhalf jaar later komt Jut als verdachte in beeld nadat onder andere zijn vermogen argwaan wekt. Jut en zijn vrouw worden al snel als verdachten in de zaak aangehouden. Ze worden beiden vervolgd voor het medeplegen van de moorden en de diefstal uit de woning. (5/20)
Tijdens de strafzaak neemt Jut alle schuld op zich om zo zijn vrouw buiten schot te laten. Zijn vrouw verklaart van niets te weten, maar verklaarde eerder anders. Een kort verslag van deze zitting is gepubliceerd in het Weekblad van het Regt: …chive.library.maastrichtuniversity.nl/Bladeren?Docum…. (6/20)
Het openbaar ministerie keek anders naar de zaak en eiste voor beide verdachten levenslang voor het medeplegen van de twee moorden en de diefstal. Het Hof Den Haag oordeelde op 6 mei 1876 anders: voor de moorden werd Jut alleen verantwoordelijk gehouden. Beide … (7/20)
De zaak hield de gemoederen flink bezig, wat blijkt uit de diverse boeken die over de zaak verschenen. (8/20)
Hiervoor citeerde ik uit een van die boeken. Een ander is “Regtsgeding tegen Hendrik Jacobus Jut en zijne huisvrouw Christina Goedvolk”: lib.ugent.be/catalog/ggc01:…. Daarin worden ook de getuigenverklaringen besproken. Een daarvan is van koopvrouw Mietje Sap. Als zij de eed… (9/20)
… moet afleggen zegt ze: “Zoo waarlijk helpe mij God almagtig!... En de moordenaars aan de galg.” De voorzitter van het Hof laat over die laatste toevoeging zijn ongenoegen blijken, maar de koopvrouw vertolkt een gevoel dat onder meer mensen leeft. Dit ondanks dat de … (10/20)
… doodstraf in 1870 werd afgeschaft. Op die gevoelens speelde een kermisuitbater handig in door zijn attractie om te dopen tot: de kop van Jut. Een attractie die tot op de dag van vandaag nog op diverse kermissen is te vinden.
Deze geschiedenis bevat actuele lessen. (11/20)
Ik denk aan de toetsing van de voorlopige hechtenis van de drie verdachten die later onschuldig bleken. Zeker, er waren veel getuigen die naar hen wezen, dus dat maakt de beslissing begrijpelijk. Maar de verdachten hebben lang en uiteindelijk onschuldig vastgezeten. (12/20)
De eerste verdachte in latere zaak van Jut probeerde zelfmoord te plegen, terwijl hij onschuldig was. Zijn uitspraak dat zijn onschuld zou blijken, werd door de rechter weggehoond. Is er voldoende gezocht naar onlastend bewijs? Of woog de volkswoede teveel mee? (13/20)
Op de hedendaagse praktijk in Nederland is ook de nodige kritiek: njb.nl/blogs/voorlopi…. Eerder dit jaar werd Nederland in drie Straatsburgse zaken veroordeeld voor de tekortschietende motivering van rechterlijke beslissingen over voorlopige hechtenis. (14/20)
De kritiek van het Straatsburgse Hof is dat steeds louter met standaardoverwegingen en zonder verdere uitleg is gemotiveerd. “Als je niet kunt uitleggen waarom je voorlopige hechtenis oplegt, moet je dat ook niet doen” werd er eerder al bepleit. njb.nl/blogs/geen-voo…. (15/20)
Uitleggen is van belang. Naar de verdachte, maar ook naar de maatschappij. Dat geldt voor een beslissing om voorlopige hechtenis wel of niet te laten voortduren, maar ook voor het uiteindelijke vonnis in de zaak.
Uit ervaring weet ik dat een uitspraak in “klare taal” … (16/20)
…schrijven meer tijd kost dan dat in jargon te doen. Tijd die we als rechters eigenlijk al te weinig hebben. Maar al zou je alleen de strafmotivering al in toegankelijk Nederland schrijven, dan zou dat het maatschappelijk draagvlak voor een vonnis zeker kunnen vergroten. (17/20)
De geschiedenis van Jut leert helaas ook dat onderbuikgevoelens lastig te bestrijden vallen. Het onbegrip van het vrijlaten van de drie verdachten vanwege gebrek aan bewijs: “krachteloosheid der politie”. De roep om de doodstraf, die werd afgeschaft omdat men (toen al) … (18/20)
… tot het inzicht was gekomen dat alleen zwaar straffen de maatschappij niet veilig maakt. Of zoals @trouw onlangs kopte: “’Slimmer straffen’ biedt ex-gedetineerden toekomst” trouw.nl/binnenland/sli….
Misdaad moet worden vergolden, maar herhaling moet worden voorkomen. (19/20)
Dat kan in een concrete zaak betekenen dat er relatief mild wordt gestraft. Niet om de verdachte te matsen, maar omdat dit de maatschappij werkelijk veiliger maakt. Aan de rechter de dure plicht om dat goed uit te leggen, juist als om de kop van Jut wordt geroepen. (20/20)
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
In deze uitspraak oordeelde het gerechtshof Den Haag dat de Nederlandse staat moet stoppen met de uitvoer van F-35-onderdelen naar Israël: . Gaat de rechter hiermee op de stoel van de politiek zitten? Een draadje. (1/15) bit.ly/3OHvbz8
Kern van de kritiek is dat de rechter de democratie buitenspel zet. Het tegenovergestelde is waar. Onze volksvertegenwoordiging heeft besloten Nederland te binden aan het humanitair oorlogsrecht door verdragen te sluiten. Als de regering beleid voert dat hiermee… (2/15)
… mogelijk in strijd is, dan is het juist in het belang van de democratie dat wordt vastgesteld of deze verdragen worden nageleefd. Blijkt dat niet zo te zijn, dan herstelt de rechter de democratie door de Staat (en zo de regering) te dwingen zich te houden aan de regels. (3/15)
Het gemak waarmee onzin wordt verteld over rechterlijke uitspraken vind ik zorgelijk. Zeker als het van een Kamerlid afkomstig is. Mijn reactie houd ik dit keer niet tot één tweet beperkt, maar het wordt een analyse in een draadje. (1/12)
“Op 1 december (…) deed de rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak in een zaak waarin een 37 jarige man terechtstond voor seks tegen betaling met een 13 jarig meisje. Het slachtoffer van seksuele uitbuiting.”
Ik heb de zorg dat politici zich in toenemende mate ontremd lijken te voelen om zonder feitenkennis rechterlijke uitspraken te bekritiseren. En laat ik hiermee beginnen: met kritiek op rechterlijke uitspraken is niets mis, als dat op een goed onderbouwde manier gebeurt. (1/16)
Maar die goede onderbouwing mist meer dan eens. Wat ik zorgelijk vind is dat dit soort feitenvrije kritiek ook afkomstig is van partijen waar de rechtsstaat doorgaans in goede handen is, of dat in ieder geval is geweest. Ik leg uit waarom en noem twee voorbeelden. (2/16)
ChristenUnie-voorman Segers tweette deze zomer onbegrip over de uitspraken waarbij twee mannen van 22 jaar werden veroordeeld voor het vervoeren van een 15-jarig meisje naar afspraken voor betaalde seks. Volgens Segers was er sprake van verkrachting (3/16)
"Het is zo dat we als rechters aan internationaal recht kunnen toetsen, dus strikt genomen is het [constitutionele toetsingsverbod] geen hele grote belemmering (...)."
Daar denk ik, ook in het licht van de toeslagenaffaire, anders over. Een draadje. (1/12)
In 1989 wees de Hoge Raad het Harmonisatiewetarrest: bit.ly/3FYeXMk. Daarin beantwoorde de Hoge Raad onder andere de vraag of de rechter een wet mag toetsen aan fundamentele rechtsbeginselen. In (artikel 120 van) de Grondwet is dat niet met zoveel woorden verboden.(2/12)
Toch oordeelde de Hoge Raad – na het afwegen van de argumenten voor (in overweging 3.4) en de argumenten tegen (in overweging 3.5) die toetsing – dat artikel 120 van de Grondwet zich ook verzet tegen toetsing van wetten aan fundamentele rechtsbeginselen. In 2014 herhaalde…(3/12)
Rechterlijke uitspraken kunnen soms veel stof doen opwaaien. Het is dan ook logisch dat er dan kritiek op een uitspraak komt. Maar die kritiek richt zich lang niet altijd (alleen) op de uitspraak, maar op de rechter zelf. En daarover maak ik me zorgen. Een draad(je). (1/21)
Ik zal de laatste zijn die zegt dat een rechterlijke uitspraak niet mag worden bekritiseerd. Dat gebeurt overigens al talloze jaren in de juridische literatuur. In een “noot” bij de uitspraak of een artikel wordt soms fundamentele kritiek geleverd. En dat is goed. Niet… (2/21)
…dat een rechter het dan maar meteen anders moet doen, maar die kritiek houd je als rechter scherp en laat je zien dat er meerdere mogelijke oplossingen zijn dan je wellicht zelf had bedacht.
Maatschappelijke kritiek op de rechtspraak is ook niet nieuw. Eerder schreef… (3/21)
Het is tijd om een te kijken naar waar het de wetgever ooit om begonnen was
Als het daarop aankomt, laat de geschiedenis zien dat op bepalende momenten de wetgever niet altijd in staat bleek de eigen positie of de rechtsstaat als zodanig voldoende te beschermen. (2/12)
De wetgever tekende in 1818 de Blanketwet (bit.ly/2XkRQFR) waarmee de koning in feite zelf wetgevende macht kreeg. Hij maakte er dankbaar gebruik van en de wetgever liet dat decennialang toe. De Hoge Raad maakte daar in 1879 een eind aan (bit.ly/2UCJxWs). (3/12)