1/ Mijn oude Tante Jo was het eerste familielid die 23 jaar geleden in mijn werkplaats kwam kijken hoe dat nou zat met die grafkisten die ik daar maakte. Ze vond het geweldig en wilde er zelfs meteen al één bestellen ‘voor later’. Maar eigenlijk had ze ook een andere vraag.
2/ ‘Nu jij dit werk doet durf ik het je wel te vragen, Radboud. Wil jij het graf van mijn moeder in Franeker opknappen? Ik ben er zo lang niet meer geweest en ik heb opa destijds beloofd voor het graf te zorgen.’
‘Natuurlijk zei ik. Maar hoe zit dat dan? Ik wist niet eens ....
3/ ...dat het graf van de eerste vrouw van opa nog bestond.’
‘Ja, dat bestaat nog,’ zei mijn tante. ‘Ik ging er jaarlijks met ome Johan heen maar sinds hij dood is kan dat niet meer. Ik ben bang dat het verwaarloosd is’.
We spraken meteen een zondag af.
4/ En zo gingen we samen met mijn dochter naar Franeker. Het graf stond op het oude gedeelte van de begraafplaats. In 1923 was Maria, de eerste vrouw van mijn opa, begraven. 34 Jaar jong. Wat mij meteen opviel was een tweede naam op de steen, Christina.
5/ Toen ik mijn tante ernaar vroeg zei ze, ‘Christina is mijn zusje. Zij was als eerste overleden. Daarna mijn moeder die hoogzwanger was. Dat nieuwe babytje kon ook niet meer gered worden, dus eigenlijk liggen ze hier met z’n drieën.’
6/ ‘Wat een ramp voor opa,’ zei ik. ‘Hoe vaak heeft hij hier vroeger wel niet rouwend aan het graf gestaan’? Mijn tante vertelde dat ze pas 4 jaar was toen haar moeder overleed. Omdat mijn opa nog 2 oudere kinderen had werd het hem teveel toen zijn vrouw Maria ziek werd.
7/ Kleine Jo werd bij familie ondergebracht en was niet bij het overlijden en de uitvaart van haar moeder geweest. Sterker nog, toen ze een paar maanden later terugkwam in het gezin, werd haar niet eens verteld dat haar moeder overleden was. Als je het er niet over hebt, ...
8/ ...is het er ook niet, dacht men 100 jaar geleden. Maar mijn tante miste haar moeder natuurlijk direct.
Nu als oude vrouw had ze geen herinnering meer aan haar moeder. Wat ze nog wel als de dag van toen voelde was het missen van haar moeder. Als klein meisje was ze ...
9/ ...haar direct gaan zoeken: in kamers, in kasten, buiten op straat… Mijn opa vond haar vaak in het kippenhok want daar bij de kippen voelde ze zich veilig. Kippenvoer was na de dood van haar moeder ook het enige dat ze wilde eten.
10/ ‘Maar hoe ging opa verder om met het verlies van zijn vrouw en twee kinderen?’,
vroeg ik.
‘Eigenlijk heeft hij er nooit meer echt over gesproken. Op zijn sterfbed in 1958 heb ik hem beloofd dat ik voor het graf zou zorgen.’
We waren stil geworden van dit verhaal.
11/ Ik pakte mijn spullen en ging de steen schoonmaken en de letters weer zwart schilderen.
En zo gingen we vervolgens elk jaar, met familie, een zondag naar Franeker. We zaten uren rond het graf. Veel praten, koffiedrinken en koeken eten. En altijd vroeg tante Jo zich af ...
12/ ...of haar moeder daar nog zou liggen, en hoe ze er uit zou zien.
Ik zei dan: ‘ik weet het niet. We moeten het de begraafplaatsbeheerder eens vragen.’
Maar daar kwam het nooit van. Ik vroeg ook wel eens of ze zelf niet in Franeker bij haar moeder en zusjes begraven ...
13/ ...wilde worden. Dat vond ze wel een mooi idee. ‘Maar,’ zei ze dan, ‘ik wil dicht bij jullie zijn, zodat jullie mijn graf kunnen bijhouden.’
Ik beloofde één keer per jaar te komen. Maar, nee, dat was niet genoeg, we moesten vaker komen.
Mijn tante, die nooit getrouwd is, ...
14/ ...werd ouder en ouder en steeds vaker reed ik met haar door het land naar een uitvaart van een oud familielid of oude vriendin. Vaak hadden we het dan weer over haar moeder. In haar portemonnee droeg ze altijd een bidprentje van haar moeder.
15/ Dat had ze, toen ze volwassen was, van haar vader gekregen.
Het verhaal bleef mij bezighouden: mijn opa die nooit over zijn traumatische ervaringen met de dood wilde praten, daarna mijn moeder (zijn jongste dochter) die ook nooit over haar aanstaande dood wilde praten, en ...
16/ ...dan ik, die altijd zo bang voor de dood was geweest. Nu ik kisten was gaan maken begreep ik steeds beter dat dat het thema van onze familie was, dat ik moest aan gaan.
En er ontstond een idee bij mij.
Op een dag zat tante Jo weer naast mij in mijn bestelbus.
17/ Omdat ze zo klein was kon ze er zelf niet in stappen. Ik tilde haar dan op en zette haar op de bijrijders stoel. Als een meisje giechelde ze dan, ‘Ooooh Radboud , jij bent zo sterk!’ Een mooi ritueel altijd.
Maar toen ze daar nu zat zei ik tegen haar, ...
18/ ..‘Tante Jo ik, heb een idee. Het is een beetje een ongebruikelijk idee, dus zeg maar eerlijk wat u ervan vindt:
De volgende keer dat we naar Franeker gaan om uw moeder te bezoeken, nemen we een kist van mij mee en gaan we uw moeder en zusje opgraven.
19/ We kijken hoe ze eruitzien, nemen ze mee naar Utrecht en begraven ze in een graf waar u later ook komt te liggen. Wat vindt u daarvan’?
Er viel een lange stilte in de auto. ‘Kan dat Radboud’?
‘Ja, waarom niet. Het is niet alledaags en ik moet even wat regelen maar ...
20/ ...maar er is wat mij betreft geen enkel probleem.’
Een glimlach kwam op haar gezicht. ‘Dat gaan we doen, Radboud! En als ze het graf open maken, wil ik daarbij zijn.’
Met een krachtige blik in haar ogen vervolgden wij onze weg.
En voor mij was er werk aan de winkel.
21/21 Memento Maria ❤️
Wordt vervolgd.
Ik heb maar één foto van mijn opa. Dit is jaren later wanneer hij perronchef was van Utrecht CS. Ze woonden toen vlak aan het spoor in de stationstraat.
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
1/ Toen ik net met mijn werk als kistenmaker begon kon ik er niet van leven en deed ik er andere klussen naast. Een ervan was verhuizingen, het liefst een beetje van aparte mensen die ver weg gingen wonen. Ik had een grootrijbewijs en >
2/ < kon de grootste vrachtwagens huren. Zo kwam er ook een verhuizing op mijn pad van een stel dat een Chateau kocht in Frankrijk met 120 ha grond. ‘s Ochtends heel vroeg laadden ik en mijn neef, die mij dan vaak hielp, de spullen in om ‘s avonds ergens >
3/< in the middle of nowhere in midden-Frankrijk aan te komen. De TomTom bestond nog niet dus met een kaart en wat aanwijzingen stonden we ergens voor een oprijlaan in het donker. Het einde van dat pad was niet in zicht. Langzaam rijdend reden we het landgoed op.
1/- Een vervolg van mijn draadje van 27 november waarbij de kist niet in de crematieoven paste.
Ik nam de gebruikte Coconkist vanuit België weer mee terug naar Utrecht, plaatste hem met een doek er overheen op de vliering van mijn werkplaats en dacht, we zien wel!
2/ Een paar maanden later werd ik door een vrouw gebeld. ‘Ik heb misschien een rare vraag maar ik heb een kist nodig voor mijzelf. Zou ik langs mogen komen om daar over te praten?’
Dat is een hele vertrouwde vraag voor mij. Dus ik antwoorde dat dat natuurlijk kon.
3/ Een paar dagen later kwam ze langs. Het was een vriendelijke vrouw van mijn leeftijd. Ze was zichtbaar ernstig ziek en liep slecht dus ik plaatste snel een stoel naast een Petronella kist waar ik aan werkte.
Ze vond de Petronella mooi dus ik vertelde er over.
Draadje 1/-
Ooit informeerde een Belg via de mail naar mijn Petronella kist. De man was ziek en wist dat hij spoedig zou sterven. Er volgde een vriendelijke emailwisseling waarin hij aangaf gecremeerd te willen worden en dat de Petronella de laatste plek zou zijn ~
2/- waarin hij zou liggen.
Vervolgens hoorde ik niets meer. Tot opeens zijn zoon mij benaderde; zijn vaders dagen waren geteld, hij vond de Petronella nog steeds mooi maar was gaan fantaseren over een andere kist van mij de Cocon.
3/- De vader bleek een regisseur te zijn en de kunstenaar in hem was wakker geworden; zijn eigen uitvaart zou zijn laatste regieklus worden. De Cocon paste daar als belangrijk decorstuk in. Ik zei dat ik dat een mooi idee vond, maar dat de Cocon een totaal andere kist was ~
1/- Mensen worstelen regelmatig met het feit of ze een graf van een familielid moeten verlengen dat ze eigenlijk niet meer bezoeken. Niet verlengen voelt verkeerd naar degene die er begraven ligt. Het lijkt dan alsof die persoon er niet meer toe doet en dat is niet zo.
2/- Maar verlengen kost vaak duizenden euro’s die er niet zijn of misschien veel beter gebruikt kunnen worden.
Wat mensen niet weten is dat je iemand ook kan laten opgraven. De stoffelijke resten (zo heet het wanneer iemand eerst 10 jaar voor de wet een ‘lijk’ is geweest) >
3/- kunnen dan als nog gecremeerd worden en uitgestrooid. Het biedt een ritueel om iets definitief op een mooie manier af te sluiten.
De kosten zijn dan: het opgraven (afhankelijk van de begraafplaats ± € 500,-), een kleine houten kist voor de botten >
1/- Ik zit vandaag buiten bij mijn werkplaats koffie te drinken en een oude vrouw, ik denk uit het dak en thuislozencircuit loopt langzaam langs. We groeten elkaar. ‘Heeft u een fijne dag gehad?’, vraagt ze. Ik glimlach en zeg, ‘Ja, dank u wel. Ik heb gewerkt’.
2/- ‘Oh, wat voor werk doet u?’. ‘Dat raadt u nooit,’ zeg ik. ‘Misschien iets met hout?’, en ze kijkt naar het zaagsel op mijn broek. ‘Klopt! Maar wat?’, vraag ik. De vrouw denkt even na en zegt, ‘Totempalen’. Ik lach, ‘Nee, grafkisten’. Ze schrikt, ‘Wat?!’
3/- ‘Mooie doodskisten,’ verduidelijk ik. Ze is even stil. ‘Dat is raar, daar heb ik het vandaag met iemand over gehad. Ik wil een moderne met lampjes en glitter.’ Ik antwoord dat ik het bijzonder vind, maar dat je niet zomaar alles met een kist kan doen.
Een nieuw woord.
Er gaat geen dag voorbij dat ik niet even aan mijn ouders denk die lang geleden zijn overleden. Hen echt missen doe ik niet meer. Op hun sterfdag wensen mensen mij soms sterkte. Dat is heel aardig, alleen niet nodig
- ik vind het juist fijn om aan mijn ouders te denken - maar dat mensen er aan denken is fijn.
Wanneer iemand is overleden zeg je “gecondoleerd”, als iemand jarig is, “gefeliciteerd” maar wanneer het de sterfdag of de verjaardag van een overledene is
hebben we geen vaste uitdrukking die we kunnen gebruiken. Terwijl het zo fijn zou zijn dat je met één woord kan laten weten dat je daar aan denkt. Want benoemen is zo belangrijk.
Een tijdje probeerde ik “gecomemoreerd” (Gecomemoreerd met je vader.)