Ik had beloofd wat van mijn ontdekkingen rond #sekswerk wetgeving te delen. Bij deze.
Ik wil beginnen met hoe slordig uitgevoerde wetgeving kan leiden tot ongewenste uitkomsten.
In 2000 werd in Nederland het bordeelverbod opgeheven.
Dat beleid had toen vier doelen:
Ik wijs er direct maar op: drie van deze doelen zijn repressief, en het vierde doel, het beschermen van de positie van sekswerkers is het behouden van de status quo, aangezien er expliciet níet ingezet werd op verbetering van die positie.
Het verbeteren van de positie werd gezien als ongewenste inmenging van de staat tegenover ondernemers, en de verwachting was dat zich dat vanzelf zou verbeteren door de invoering van deze wet.
Dat is voor een later draadje, maar ik wilde het vermelden.
Het opheffen van het verbod was het wegnemen van een barriere, maar voegde geen landelijk sekswerkbeleid in.
De landelijke overheid verwachtte van de gemeentes dat zij elk eigen beleid zouden ontwikkelen.
Waar níet aan gedacht was, was dat de gemeentes die al wél ervaring hadden met sekswerk binnen de gemeentegrenzen tot de opheffing voornamelijk bezig waren met repressie: dat was namelijk wat de wet voorschreef!
De aanwezige experts in de gemeentes keken dus door deze bril.
Tegelijkertijd waren er ook veel kleine gemeentes die nu opeens beleid moesten gaan ontwikkelen, en omdat er nog altijd een fiks stigma op sekswerk en alles eromheen lag, schoven vele ambtenaren in kleine gemeentes dit werk door naar de het groenste personeel.
Een nuloptie, oftewel een totaalverbod, was niet toegestaan, maar een aantal gemeentes probeerde dat toch.
De overige gemeentes zette in op een vergunningensysteem.
Een vergunningensysteem met de nodige gaten, overigens: bordelen moeten vergund, maar vaak is zijn escortbedrijven of thuis-sekswerk niet daartoe verplicht.
Dat leidt tot grote verwarring, vaak ook in de pers, want onvergund is láng niet altijd illegaal!
Gemeentes zelf weten dit onderscheid vaak ook niet te maken, en spreken in één adem van onvergund en illegaal, maar dat is zeker niet altijd het geval.
Sekswerk zelf is namelijk niet verboden. Pas als het bedrijfsmatig gedaan wordt (en dat is een váág begrip) komen er regels om de hoek kijken.
Als bij gemeentemedewerkers al niet duidelijk is dat er een daadwerkelijk en wettelijk verschil is tussen onvergund en illegaal, wordt het al moeilijk te verwachten dat niet-experts er chocola van kunnen maken.
We gaan terug: de lappendeken aan verschillende regels per gemeente kan tot problemen leiden: het wordt makkelijk voor kwaadwillenden regels te omzeilen, of voor onwetenden om ongewild in de problemen te komen.
Het betekent natuurlijk ook dat de hoeveelheid onterechte "illegale" gevallen toegevoegd worden aan de meldingenlijst, waardoor de daadwerkelijke illegaliteit vanzelf groter lijkt dan dat deze daadwerkelijk is.
Garbage in, garbage out, in datatermen.
Weer terug: zoals gezegd waren de aanwezige experts binnen gemeenten repressiegericht, en het beleid dat gemaakt werd weerspiegelde dit dan ook.
Het vergunningensysteem leende zich daar goed voor.
Gemeentes zetten de teller van het aantal toegestane vergunningen exáct op de hoeveelheid bedrijven die al aanwezig waren, duwden de kleinere bedrijven die geen bezwaar konden maken weg, en stelden daarna het aantal uit te geven vergunningen naar beneden bij: uitsterfbeleid.
Wat gemeenten véél minder deden was zich bezighouden met het ondergeschoven vierde ijkpunt voor de wet: het beschermen van de arbeidsomstandigheden van sekswerkers, om bovenstaande redenen.
Daar zal ik nog een aparte draad aan wijden.
Zoals gezegd werd de lappendeken aan regels gezien als onwenselijk, en daarom werkte men aan landelijke wetgeving.
Ik zal niet al te diep op beide voorstellen ingaan (WRP en WRS), maar er één deel uitlichten om te laten zien hoe wetgeving uit slordigheid ontstaan kan.
De nieuwe wét bevat namelijk wél een nuloptie: gemeenten zouden (onder voorwaarden) mogen weigeren plaats te bieden aan sekswerkers.
De Raad van State wijst in haar reactie op deze wetten terecht op dat deze optie bij het opheffen van het bordeelverbod éxpliciet uitgesloten werd.
Toch staat hij er nu weer in.
De reden hiervoor is dat gemeentes vergunningsgericht denken: zonder vergunningen loopt de boel HELEMAAL uit de hand.
En daarom zijn vergunningen NODIG.
Dat dit een circelredenering is, wordt niet erkend, maar circelredeneringen zijn geen geldige argumenten.
Een soortgelijke circel zie je na het voorleggen van de eerste poging tot wet (WRP 2009-2016) gebeuren.
In 2015 geeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten een model-APV (Algemene Plaatselijke Verordening) uit.
Deze sorteert vóór op de komende WRP die geinspireerd is door het gemeentelijk beleid!
Hier zien we weer hoe de circel zichzelf voedt: repressief beleid als inspiratie tot repressieve wet, die leidt tot voorsorteren op repressief beleid.
Deze model-APV gaat uit van een verbodsbepaling waarop uitzonderingen gemaakt kunnen worden (de vergunningen).
De APV legt de beslissing ook volledig bij de Burgemeester neer, in de hoedanigheid van ordehandhaver.
En zo zien we hoe, door bij de start van het proces, in 2000, geen duidelijk beleid neer te zetten, en het beleid neer te leggen bij gemeentes en verder de handen er vanaf te trekken, het kan gebeuren dat het beleid niet de kant op gaat dat het vroegere beleid voorstond.
Niet omdat er bewust die kant opgestuurd wordt, maar omdat er een structuur overgeerfd wordt die nog wortels heeft in de vroegere verbodswetgeving.
De WRP en de WRS dragen beiden deze erfenis mee, en zijn reactief van aard, niet pro-actief.
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
Het is werkelijk te schandelijk voor woorden.
Wéér een groep kunstenaars die het normaal en acceptabel vinden om sekswerkers te gebruiken om hun ongenoegen kenbaar te maken.
Op de één of andere manier is het prettig dat deze antisociale groepen zichzelf zo makkelijk blootgeven door de tactiek van wat ze zelf zijn te projecteren of wie hun ook maar aanspreekt op hun gedrag. nos.nl/l/t/2374628
In een gesprek of discussie, ga je eigenlijk altijd uit van het principe dat je er beiden gezamelijk uit wilt komen, soms door de één te overtuigen, soms door een compromis te vinden.
De filosoof H.P. Grice heeft dat in zijn artikel "Logic and Conversation" mooi beschreven.
Hij noemt deze aanname het Cooperatief Principe, en door dit principe kunnen we ook als iemand niet volledig logische zinnen produceert, juist uit deze afwijkingen én de aanname dat iemand cooperatief is, de betekenis afleiden.
Ik moest eerlijk gezegd een beetje lachen om Rutte die de mensen van de Sionskerk vanaf zijn kansel toesprak over de inhoud van het Christendom.
Ik geloof niet dat hij ook maar ooit in aanraking is gekomen met échte hardcore gereformeerden.
Ik heb een vijftiental jaar theater gemaakt in diverse kerken, van diverse denominaties.
Ik herinner me nog een jongerenfestival dat we in 1997 hadden in Slijk-Ewijk.
Heerlijk festival, met volkomen normale feestende, drinkende en vrijende jongeren.
Er deed een bont gezelschap van kerkgenootschappen aan mee. De sfeer was vrij en wij, als overwegend atheistische en agnostische theatermakers, konden vrij en inspirerend aan de slag met bijbelverhalen.
Just putting aside the fact that they are not sustainable (look to @prestonjbyrne for more analysis on that front), they open up a huge can of surveillance possibilities on your money that are less intrusive when not using them.
I'd rather NOT give any info to an unknown entity in order to get at my value, thank you very much.