We zijn een goed A4-tje verder voordat we de eerste opgave tegenkomen. Even dubbelchecken of ik niet per ongeluk het examen Nederlands had geopend maar het was toch weer echt wiskunde A. Makkelijke opgave, tabel aflezen, formule invullen en klaar.
De opbouw naar opgave 2 en 3 is voorspelbaar. Je moet dezelfde formule gebruiken maar op verschillende manieren. Vervolgens moet je bij opgave 3 een lineaire formule opstellen en die invullen. Zou niet ingewikkeld moeten zijn.
Toenemend of afnemend dalend met behulp van een afgeleide. Bijna vaste prik, vaak hetzelfde trucje, zo ook hier. Dit is goed te oefenen. Weinig tekst, recht toe recht aan opgave.
Aan dit soort pagina's kan ik me zo ergeren. Ook als je ziet hoeveel tussenbladen er zijn en alles (alles op A3 ook). Arm regenwoud.
Dit is een leuke vraag, vind ik zelf als Whisky-liefhebber. Maar een vraag over Whisky in een VO-examen? Ik vind het maar vreemd. Vraag 5 is een halveringstijd berekenen. Zou zo moeten lukken.
Vraag 6 is wat tricky. Meerdere exponentiële verbanden achter elkaar aan. Als je dat goed ziet is het alleen nauwkeurig rekenwerk.
En daar gaan we weer. Wat een lap tekst! Is dat nou echt nodig? Niet echt, maar schijnbaar vinden de makers van wel. Niet een hele spannende opgave wiskundig gezien, maar wel veel leeswerk (=kost veel tijd).
Een sommatieteken! Die hebben we al een tijdje niet meer gezien op een examen. Wel een aardige vraag. Als je weet hoe dat sommatieteken werkt is het een eitje, maar hoeveel leerlingen weten dit? Gelukkig maar 2 punten.
Je knippert twee keer met je ogen en we zijn weer een A4 verder voordat de volgende opgave verschijnt. De vraag is wiskundig gezien niet ingewikkelder dan 3F-rekenniveau. Maar wat een zoek- en leeswerk is dit.
Overzichtelijk en niet te ingewikkeld combinatoriekprobleem bij opgave 10. Beetje gezochte context, maar vooruit.
Opgave 11 vind ik een aardige opgave. Sinusoïde zonder al te veel instinkers. Dit kun je goed oefenen. Tekst is ook overzichtelijk. Hier kun je punten scoren!
Ah, die hadden we nog niet gehad. Een pagina met tekst en grafieken. A4 vol, zonder vraag. De vragen staan op de achterkant (lekker heen en weer bladeren)
Opgave 12 en 13 vind ik prima vragen. Vragen een wat dieper inzicht in sinusoïden. Eindelijk een beetje inhoud! Opgave 1 t/m 10 hadden prima op een havo-examen wiskunde A gekund.
Kijk, het kan wel met weinig tekst. Opgave 14 is prima. Beetje goed lezen en je komt hier zo uit mits je je goed hebt voorbereid op exponentiële functies. Opgave 15 is ook prima, beetje aflezen en een beetje rekenen.
Beetje logaritmische schaalverdeling bij opgave 16 en 17. 16 is een formule gelijkstellen met GR, eitje. 17 is een goed leerbaar trucje in het herschrijven.
Sport en puntentelling is altijd een dankbaar onderwerp bij wiskunde A vwo. 18 is heel makkelijk, 19 vraagt een beetje inzicht maar is daarna goed uit te voeren.
Recht toe, recht aan herleiden. Maar wat voegt die tekst hier nu toe? Ehm, helemaal niks... Niet de meest ingewikkelde herleiding, je moet even goed weten hoe een derdemachtswortel werkt.
Afgeleide bij 21 is niet moeilijk. De vraag naar de praktische betekenis vind ik wel aardig hier. Die is nog best complex. Zit maar 1 puntje in dus geen ramp als je die mist. (ik voorzie wel weer veel discussie met de tweede corrector)
7 punten voor de onderzoeksvraag (altijd de laatste vraag van het examen). Ook wel weer veel tekst, maar hier is de tekst tenminste functioneel. Prima vraag, interessante context. Wiskundig gezien niet super spannend.
Kortom: eigenlijk puur wiskundig gekeken een heel makkelijk examen. Als je goed bent in Nederlands en je kunt een beetje rekenen haal je hier een prima cijfer op. Maar wat is er nou eigenlijk meer getoetst? Leesvaardigheid of wiskundevaardigheid? Ik vrees het eerste.
Gisteren waren de examens havo wiskunde A en B. In dit draadje een analyse van het examen wiskunde A.
Laten we beginnen met de uitwerkbijlage. Een relatieve grote uitwerkbijlage van 5 pagina's! Deze zijn gedrukt op 2 A3-vellen, je zou dan verwachten dat leerlingen op pagina 1 en 3 hun naam moeten invullen zodat op elk vel een naam staat, helaas...
Leerlingen moeten hun naam invullen op pagina 1 en 2, voor en achterkant van het buitenvel. Foutje! Hopelijk raakt er geen werk in de war en zijn docenten scherp genoeg om even overal het kandidaatnummer op te schrijven.
Vandaag waren de examens havo wiskunde A en B. In dit draadje een analyse van het examen wiskunde B.
Eerste vraag is altijd een inkomertje. Toch had liever een iet wat andere vraag gezien. Je moet hier wat stapjes ondernemen, differentiëren met de kettingregel, haakjes wegwerken met een getal ervoor. Kan op diverse plekken misgaan.
Vraag 2 is niet moeilijk, gewoon nauwkeurig werken. Afgeleide gelijkstellen aan 0, vraagt wat werk met breuken maar niets wat je rekenmachine niet aankan, daarna even invullen en klaar. Zes makkelijke punten.
Na mijn draadje over wiskunde B ook nog maar even een draadje over wiskunde A havo van vandaag.
TLDR: De suffe en vreemde contexten maken dit examen moeilijker dan nodig is.
Zoals altijd anderhalve pagina aan formules. Er is veel op aan te merken, zo zijn getallen afgerond en kun je bepaalde formules niet zo versimpeld gebruiken. Het wordt nodig tijd voor een nieuw programma!
De openingsvraag is een gedrocht. Wat een tekst. Er staat eigenlijk: vul de formule tweemaal in en klooi wat met procenten. Wiskundig super simpel, maar wat een leeswerk. Geen fijn begin.
De context doet me ook wat gemaakt aan. Kosten voor huisartsenzorg? De huisarts is gratis.
Bij havo wiskunde B zit geen formuleblad. Vind ik altijd vreemd. De cosinus- en de sinusformule hadden bijvoorbeeld prima op het formuleblad gekund.
De eerste vraag van dit examen is een prima openingsvraag. Zou een inkoppertje moeten zijn als je geleerd hebt.
De tweede vraag is meteen klapper van 8 punten. Ik snap niet zo goed dat je lekker makkelijk begint en dan meteen zo'n moeilijke vraag er achteraan gooit. Dit kan in het begin op zoveel plekken misgaan waardoor je (vrijwel) alle punten misloopt.
Een draadje over het examen wiskunde vmbo-tl/vmbo-gl (voor wie er niet mee bekend is: het mavo examen wiskunde).
TLDR: het examen is goed te doen. Interessante contexten. Bijna geen gonio, veel andere meetkunde.
Voordat we naar de opgaves gaan, even het formuleblad. Ik vind die voor de oppervlakte van een piramide altijd maar vreemd, dat is immers ook een wiskundige kegel. Maar vooruit.
Originele context als opener, maar..... Het plaatje van het model vind ik wat slecht en verwarrend. Ook het begrip massief (niet hol) kan een complexe zijn voor leerlingen. Eerste vraag is meteen iets met meer stappen. Ik kan me makkelijkere vragen voorstellen als opener.
Examen Wiskunde B vwo 2023-I is geweest. Even een terugblik op de opgaven.
TLDR: heel pittig examen met enkele opgaven die we nog niet of nauwelijks eerder hebben gezien op voorgaande examens.
Een draadje:
De openingsopgave is zoals die hoort: niet te te moeilijk. Hoewel... Hoe vaak hebben leerlingen in de afgelopen tijd een min/max moeten berekenen? Niet zo vaak. Maar soit, niet het moeilijkste.
Opgave knalt er lekker in met 5 punten. Niet super ingewikkelde integraal, maar als je niet meer weet hoe je een scheve asymptoot moet vinden ben je redelijk kansloos, 5 punten foetsie die eigenlijk vooral over integreren gaan.