Op 4 mei publiceerde het OMT de uiterst gedegen onderbouwing met betrekking tot haar advies t.a.v. van niet-medische mondneusmaskers in de openbare ruimte.
2. Één van de pijlers van dit onderzoek is de vaststelling dat chirurgische mondmaskers 2x zoveel bescherming bieden dan een theedoek. Dit terwijl FFP2 maskers een 50x maal betere bescherming boden dan theedoeken.
3. Op basis van Brainard, 2020, komt het OMT tot de vaststelling dat niet chirurgische mondneusmaskers, i.e., theedoeken, een slechts minimale bescherming bieden van 6%.
4. Ten aanzien van de niet medische mondneusmaskers concludeert het OMT uiteindelijk.
5. De 2x betere bescherming die het chirurgische mondmasker biedt t.o.v. het niet medische mondmasker (theedoek) vertaalt zich naar een bescherming van 53%. De 50x betere bescherming die het FFP2 masker biedt vertaalt zich naar een bescherming van 98%.
6. Voor wat betreft het FFP2 masker komt dit beschermingspercentage van 98% vrijwel overeen met het minimum gespecificeerde aerosol filtrage percentage van 94% voor zo'n FFP2 maker.
7. T.a.v. de directe zorg aan (vermoedelijke) COVID-19 patiënten heeft de KNMG het standpunt ingenomen dat deze zorg alleen van de hulpverleners gevraagd mag worden indien zij voorzien zijn van afdoende bescherming.
8. Het mondneusmasker type FFP2 staat in veel richtlijnen genoemd als juiste keuze, bij met name aerosolvormende handelingen bij COVID-19 (verdachte) patiënten.
Ondanks de PR inspanningen was er wel eens enige schaarste wat betreft deze FFP2 maskers.
12. De pijp moet wel roken bij de Federatie Medisch Specialisten, de zorg moet door. Daartoe heeft de FMS de leidraad 'Persoonlijke bescherming in de (poli)klinische setting vanwege SARS-CoV-2' opgesteld.
13. In deze leidraad wordt een onderzoek gepresenteerd t.a.v. van de vervanging van FFP2 maskers door chirurgische mondneusmaskers. Dit onderzoek werd uitgevoerd door o.a. het OMT-lid Andreas Voss van het Radboud MC.
14. In tijden van schaarste blijkt dat het chirurgische mondneusmasker, welke in het OMT onderzoek nog een 2x betere bescherming bood dan een theedoek, opeens bijna dezelfde bescherming te bieden als een FFP2 masker (50x beter dan een theedoek).
15. FFP2 maskers zijn oncomfortabel en kunnen eveneens leiden tot hoofdpijn. Door deze oncomfortabelheid wordt de compliance niet hoog ingeschat in de onderliggende studies (Long, 2020).
16. Beide voormelde meta-analyses, maken gebruik van (vrijwel) dezelfde RCT's. Het oplopen van een respiratoir virus met een laag risico, zal de compliance in de onderliggende studies ook niet hebben bevorderd.
17. De kanttekening die Long et al., 2020, maakt t.a.v. de compliance laten Voss et al., 2020, gemakshalve buiten hun evaluatie. Ook plaatsen ze geen kanttekening bij de low-risk setting in de onderliggende RCT's.
18. Het is nu niet mogelijk om binnen korte tijd een klinische studie te doen naar effectiviteit van bescherming van chirurgische mondneusmaskers stellen Voss et al. Om die reden besluiten Voss et al. de ecoline pot, een vernevelaar, vacuumpomp en een "Sheffield head" te pakken.
19. Voss et al. verwachten deeltjes groottes binnen het spectrum van hoezen en niezen, de uiteindelijke deeltjes grootte werd niet nauwkeurig bepaald (mediaan 18.9 μm). Kortom, Voss et al. hebben geen idee wat de deeltjes grootte verdeling was.
20. Via de "Sheffield head" werd lucht aangezogen, met een debiet overeenkomend met de fysieke belasting op de werkvloer (van Sjaak de Gouw). Het masker werd aangestraald door de ecoline nevel. Achter het masker bevond zich een meetfilter.
21. De resultaten van Voss et al. laten zien dat vergelijkbare hoeveelheden ecoline werd doorgelaten door het FFP2 en chirurgisch masker. Zelfs na 10 herhalingen vonden Voss et al. dezelfde resultaten.
22. Verder maakten Voss et al. ook nog een grafiekje, waaruit hetzelfde blijkt. Een chirurgisch masker is superieur aan een FFP2 masker, want er zit minder ecoline op het meetfilter.
23. Trots stellen Voss et al. dan ook:
24. Om deze resultaten nog wat meer substantie te geven, besluiten Voss et al. nog een initieel testje te doen op grotere afstand, om inzicht te krijgen in de rol van kleine druppels. De 1ste resultaten laten eenzelfde resultaat zien, stellen Voss et al.
25. Uiteindelijk concluderen Voss et al. dat de testmethode met de "Sheffield head" en ecoline waterverneveling waarschijnlijk een representatief beeld van de werkelijke ziekenhuispraktijk met infectieuze bioaerosolen.
26. Verder stellen Voss et al. dat de resultaten aansluiten bij 2 recente systematische reviews die erop wijzen dat chirurgische maskers in de klinische praktijk niet onder doen voor FFP2 maskers bij de bescherming tegen virusbesmettingen bij niet aerosolvormende handelingen.
27. Tot slot merken Voss et al. nog op dat bij gebruik van alle typen maskers de overige basismaatregelen, zoals handhygiëne, reiniging en desinfectie, goed moeten worden uitgevoerd.
28. Dit was weer een fascinerend inkijkje in de wereld van de "evidence based medicine".
29. Heb nog even goed naar de foto's van Voss et al. gekeken, maar ik krijg toch de indruk dat Voss et al. bij het FFP2 masker een grotere dosis gebruiken. Ondanks de grote zorgvuldigheid van Voss et al. lijkt de dosering nog niet erg reproduceerbaar.
30. Aanvulling
De gecertificeerde FFP2 maskers zijn geverifieerd onder laboratorium omstandigheden. De bescherming tegen aerosolen wordt getest met een paraffine olienevel, een apolaire stof.
31. De filtermaterialen zijn om die reden geoptimaliseert voor apolaire (hydrofobe) stoffen, en hebben dan ook een sterk hydrofoob (waterafstotend) karakter (smeltgeblazen polypropyleen).
32. Deze laboratorium omstandigheden zijn verre van representatief voor de klinische praktijk waar deze bescherming moeten bieden tegen polaire aerosolen, i.e., waterdruppels.
33. De filtermaterialen stoten deze waterdruppels af, waardoor deze makkelijk worden door gelaten in vergelijking met de geteste paraffine nevels.
34. Het chirurgisch masker heeft geen certificering met betrekking tot de bescherming van de drager tegen aerosolen/druppels van buitenaf, en wordt hiertoe eveneens niet getest.
35. Conclusie
OMT-lid Andreas Voss (@AVIPNL) et al. tonen met dit puike 'onderzoekje' aan dat FFP2 maskers in de klinische praktijk 2x zoveel bescherming bieden dan een theedoek, i.e., een beschermingspercentage van slechts 53%.
35. Op grond van dit 'onderzoek' stuurt de Federatie Medisch Specialisten (@de_specialisten), het #zorgpersoneel, met voor het doel ongeschikt, ongetest en ongecertificeerd persoonlijk beschermingsmateriaal, de klinische #Covid19NL praktijk in.
Opschalen gaat Nederland niet zo goed af. De door @hugodejonge beloofde testcapaciteit bijvoorbeeld wordt zelden tot nooit gehaald. Hoe gaat het nu met de opschaling in de zorgsector?
In de Technische Briefing van 14 oktober ontvouwde @ErnstKuipers namens het LCPS de verwachtingen ten aanzien van de #COVID19NL zorgvraag. Op 31 oktober wordt een behoefte aan 2.047 ziekenhuis- en IC-bedden voorzien.
Uit bovenstaande figuur wordt duidelijk dat de projectie (grijze lijn) van @ErnstKuipers redelijk wordt gevolgd (oranje bollen). Echter, er lijken twee plateaus (rond 13 oktober en 29 september) aanwezig te zijn (paarse pijlen), waarin de zorgvraag niet lijkt toe te nemen.
Een belangrijke vraag die nog niet eenduidig is beantwoord, is de vraag of #COVID19NL geïnfecteerde kinderen minder besmettelijk zijn. Wel is duidelijk dat kinderen fors ondervertegenwoordigd zijn in de statistieken.
Vinden de meeste #COVID19NL infecties plaats in de thuissituatie?
Een vraag aan het op persoonlijke titel sprekende 'Twitter OMT':👇
Het @rivm weekrapport “Epidemiologische situatie COVID-19 in Nederland” van 22 september, meldt over de afgelopen week 13.471 nieuwe #COVID19NL infecties (tabel 7). Van slechts 3.052 van deze nieuwe infecties is de besmettingslocatie (setting) bekend.
Echter, tabel 8 geeft aan dat in sommige gevallen meerdere settings kunnen zijn aangegeven.
Gaan we uit van een maximum van 2 opgegeven settings, dan zouden, in tabel 8, minimaal 303 dubbele settings staan aangegeven.
1. Preoperative screening of asymptomatic patients for SARS-CoV-2 infection in the Netherlands
The logistical and financial implications of testing a large number of patients has been weighted against the devastating effects👇of an unrecognized SARS-CoV-2 infection.
2. The formal policy of the Dutch government to consider reinstating measures, to decrease the effects of a SARS-CoV-2 outbreak, is set at a national average of 40 COVID-19 hospital admissions per day for a minimum of 3 consecutive days.
3. Exactly, this threshold of 40 COVID-19 hospital admissions per day for a minimum of 3 consecutive days, has been deemed appropriate as the limit below which PCR testing is not logistically and financially feasible.
Uw berichtgeving is wel erg optimistisch @parool. Uit de gegevens van Stichting NICE, over de periode 1-12 september, blijkt dat de gemiddelde IC verblijftijd nu 14,6 dagen bedraagt. Dit is ongeveer 8 dagen korter dan eerder (22 dagen).
De brief van 27 juli 2020, waarin het #RIVM vragen van het @MinVWS beantwoordt met betrekking tot ventilatie, verwijst weliswaar naar het 71e en 72e OMT advies, echter de link verwijst door naar het 70e en 71e OMT advies van 23 juni 2020.