De Koninklijke Nederlandse Munt verhuisde in 1911 naar een terrein op de hoek van het Merwedekanaal en de Leidse Rijn in Utrecht.
Het neorenaissance bouwwerk - een Rijksmonument - heeft een gevel die vol zit met verwijzingen naar geld. Ontwerp: Cornelis Peters.
Cornelis Peters (geb. 1847) groeide op in een Nederlands-hervormd gezin in Groningen. Hij ging in de leer bij Pierre Cuypers in Amsterdam.
In 1867 trok Peters naar Friesland. Hij werd Cuypers' hoofdopzichter bij de bouw van de rooms-katholieke St. Vituskerk in Blauwhuis👇
Twee jaar later werd Cornelis Peters directeur van de gasfabriek in Bolsward. Hij vestigde zich ook als particulier architect.
Dat leverde niet veel opdrachten op. Daarom ging hij in 1870 aan de slag als hoofdopzichter bij de bouw van Cuypers' St. Martinuskerk in Sneek👇
Pierre Cuypers en Cornelis Peters bleven lang samenwerken. Zo werd Peters bureauchef op het atelier Cuypers&Stoltzenberg in Roermond.
Hier werden onder meer meubels, beelden en gebrandschilderd glas gemaakt voor de inrichting van de door Cuypers ontworpen kerken.
In 1876 werd Cornelis Peters benoemd tot Rijksbouwkundige voor de Gebouwen van Financiën. Op voorspraak van Cuypers. Bijzonder, want hij had nog geen enkel gebouw op zijn naam staan.
Peters' eerste werk: Het ministerie van Justitie aan de noordzijde van het Plein in Den Haag👇
Cornelis Peters' primaire taak was het ontwerpen van post- en telegraafkantoren. Daar was vraag naar sinds de invoering van de Postwet (1870).
In het laatste kwart van de 19de eeuw zette Peters' bureau zo'n 40 postkantoren neer, onder meer in Edam, Harlingen, Twello en Groenlo.
Het Amsterdamse hoofdpostkantoor aan de Nieuwezijds Voorburgwal (1895-1899) was Peters' grootste en - door de excentrieke torens - meest omstreden postkantoor.
Het gebouw is opgetrokken in een mengvorm van neostijlen. Ook wel: postkantorengotiek.
Cornelis Peters was ook betrokken bij restauratie van de gevel van de Ridderzaal, waarvoor hij de twee nieuwe torenspitsen ontwierp (1878-1883)👇
In dezelfde periode bouwde Cornelis Peters voor zichzelf een nieuw woonhuis in de Surinamestraat 42 (1880-1883). Met 'een klein museum en prentenkabinet daarbij'.
Cornelis Peters - sinds 1884 Rijksbouwmeester - liet zich steeds meer inspireren door de 13de-eeuwse Groningse romano-gotiek.
Zo nu en dan werkte Cornelis Peters voor andere opdrachtgevers dan zijn eigen departement.
Hij bouwde voor de Staatsspoorwegen een station in Nijmegen (1890-1893). Het had een voor Peters typische gevel en een ruime hal met rijke aankleding. In WOII werd het verwoest.
Het neorenaissancistische raadhuis van Winschoten, met een karakteristieke toren, is een Cornelis Peters uit 1895-1896.
Cornelis Peters was begin twintigste eeuw druk in de weer op Het Loo in Apeldoorn. Zo nam hij de nieuwbouw van de Koninklijke Stallen (1904-1909) voor zijn rekening.
Let ook even op het paard naast de fotograaf. Foto's van RCE👇
Cornelis Peters was ook verantwoordelijk voor de restauratie van Paleis het Loo zelf (1910-1914).
Hij verhoogde het middendeel van paleis Het Loo en pleisterde de voorgevel helemaal wit, een indertijd al omstreden aanpak.
Intussen bleven overal door Cornelis Peters ontworpen postkantoren verrijzen.
Bijvoorbeeld in Veendam (1901), Kampen (1901), Rhenen (1905), Winschoten (1906), Deventer (1907), Groningen (1907), Zuidhorn (1908), Zwolle (1908), Emmen (1910), Baarn (1912) en Zevenaar (1915).
Cornelis Peters ging in 1905 met pensioen. Hij bleef bezig met de geschiedenis van zijn geboorteprovincie.
In 1921 verscheen het rijkgeïllustreerde Oud-Groningen. Stad en Lande, dat een standaardwerk zou worden.
Hier nog wat niet-postkantoren van Cornelis Peters👇
👉Manege van de Rijks Veeartsenijschool, Utrecht (Paardenkathedraal)
👉Groninger Museum (nu Natuurmuseum)
👉Gevel van het Oost-Indisch Huis, Amsterdam
👉Restauratie Marktpleinkerk, Winschoten
Cornelis Peters keerde niet terug naar Groningen, maar bleef in Den Haag.
Hij was daar een opvallende figuur: "rechtop, stevig, de parapluie in de rechterhand, een groote teekenportefeuille onder den linkerarm, de lange witte baard golvend op de manteljas" - Het Vaderland, 1932
Cornelis Hendrik Peters dus. Maker van zo'n 120 postkantoren en nog veel meer moois. Eén van de meest gezichtsbepalende architecten van Nederland, maar bij het grote publiek vrij onbekend.
Einde.
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
Nog vier andere werken van Siebe Jan Bouma in Groningen:
👉Brugwachtershuisje bij de A-brug
👉Van Hasseltschool
👉Transformatorhuisje
👉Woningcomplex
Bouma vertrok in 1942 uit Groningen. Hij werd directeur van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. In 1948 werd hij aangesteld als eerste directeur van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.