We moeten het over de examens Nederlands hebben, zeker. Maar examens zijn niet belangrijker dan het onderwijs zelf hè! Het gaat om een afsluiting van 5 of 6 jaar onderwijs. Dat moet netjes en fatsoenlijk, feestelijk als het kan. Niet op zijn Dorknopers. volkskrant.nl/columns-opinie…
Maar ook niet langs de lijnen die Bax en Witte hier schetsen: zij ruilen de huidige examenloterij in voor een veelkoppig examenmonster dat heel het onderwijs gaat inkleuren. Het voorstel is een misvatting over plaats en aard van eindexamens in het Nederlandse stelsel.
Bax en Witte drukken mij nog weer eens met de neus op het feit dat Nederland nauwelijks onafhankelijke examendeskundigheid in huis heeft. Niet bij het Cito, met zijn psychometrische insteek losgezongen van onderwijs zelf. Niet bij het CvTE, dat wel de verantwoordelijkheid draagt.
Theo Witte is vz. van Red-Team Onderwijs nl.linkedin.com/company/redhet… een onderwijsbende die mijn sympathie en steun heeft zoals dagelijks op Twitter te merken. Maar ook dit sympathieke team mist expertise over beoordelen van leerlingen, breed opgevat, en is zo een tikje vleugellam.
Oké, Bax en Witte openen een serieuze discussie met dit artikel. Ik doe mee. Laat ik dan eerst mijn eigen positie duidelijk maken. Laten we in godsnaam onze examens doorontwikkelen in de richting van meer ceremonieel, minder formeel. Voorstel:
Wie de link naar de T. wil gebruiken: telegraaf.nl/watuzegt/64151…
Daar ook de positie van Arjan van der Meij: de lat voor iedereen gelijk. Een interessant contrast, maar Wilbrink en Van der Meij schrijven perfect langs elkaar heen. [artikel achter betaalmuur, DM mij voor een pdf]
Ik zie tot mijn verrassing dat de tekst van beide stukken integraal hier is afgedrukt (even doorscrollen), op de website van 'Examens. Tijdschrift voor de toetspraktijk': e-xamens.nl/nieuws/in-de-m…
Ik wil eerst de interessante/belangrijke punten inventariseren uit Bax en Witte. Dat geeft een kader om straks mijn positieve kritiek te plaatsen. 1. Een sterke aanwijzing dat het eindexamen Nederlands niet goed functioneert is idd. dat het onmogelijk is hoge cijfers te halen.
2. 'Schrijfvaardigheid' hoort in het CE thuis. Voor mij is dat het opstel, hoor. Ik begrijp wel waarom dat ooit is geschrapt, maar dat was dus ook een ernstig verlies. 3. De kritiek op de wijze van toetsen op tekstbegrip is absoluut terecht. [Tekstbegrip is controversieel]
4. "Een examen heeft een grote terugslag op het onderwijs dat eraan voorafgaat." #backwash#feedforward Maak er zo mogelijk op positieve wijze gebruik van; B & W doen een voorstel. [Maar voorkom ook zoveel mogelijk zo'n terugslag. Zijn eindexamens wel direct voor te bereiden? bw]
5. Het is ongetwijfeld waar dat taalvaardigheid van aankomende studenten ho tekortschiet als gevolg van falend vo. [dat hoeft dus niet aan het examen te liggen, is niet noodzakelijk een probleem dat door sleutelen aan het examen moet worden aangepakt. bw]
6. (maar ik breng het iets anders onder woorden:) Taalvaardigheid berust op specifieke domeinkennis als noodzakelijke voorwaarde, dat moeten de didactiek, het curriculum, en het examen dan wel passend uitwerken. [Hoe dan? Dat is nog wel een dingetje. bw]
Deze zes punten zijn het wel ongeveer. Ik laat het even bezinken, misschien kan ik er zelf nog een of twee aan toevoegen, naast het genoemde (7.) inzicht dat de richting eerder naar ceremonieel (afsluiten van onderwijs) dan naar formeel (bureaucratisch, psychometrisch) moet zijn.
Dan wil ik vervolgens een aantal opbouwende punten van kritiek inventariseren. In het bovenstaande heb ik al wat laten doorschemeren, echt verrassend zal het niet zijn. Toch moet ik hier even wat langer over nadenken, ook buiten de box van Bax en Witte nadenkend.
Omdat B & W het examen Nederlands willen redden, blijft buiten beeld dat ook de overige examens problematisch zijn, en wel langs dezelfde lijnen waarop dat examens Nederlands is ontspoord. Laten we de probleemanalyse dus eerst verbreden: wat is er loos met onze eindexamens?
Op dezelfde manier waarop ICT-projecten bij de overheid rampzalig aflopen, is dat met onze eindexamens ook zo. Het instituut eindexamen is een kerstboom die steeds meer ballen en slingers moet torsen, de boom is gans onzichtbaar geworden. Ook B & W zijn met slingers in de weer.
Terug dus naar de kern. 1: de wettelijke plaats van het eindexamen vwo (havo) in ons stelsel. 2: er is een vak dat gedisciplineerd iets over dit beoordelen heeft te zeggen: bv Hofstee (1999). Principes van beoordeling. Methodiek en ethiek van selectie, examinering, en evaluatie.
Dat boek van Hofstee ligt niet op ieders nachtkastje. Een iets toegankelijker (want online) stuk schreef ik ooit voor het jaarboek van SVO: benwilbrink.nl/publicaties/86… Ik noem het boek van Hofstee omdat we breder moeten leren naar examens. En mijn eigen werk omdat we examens echt
moeten onderscheiden van psychologische tests. En wel om de reden die ook B & W noemen: examens hebben impact op het voorafgaande onderwijs. Maar dus ook: examens sturen de voorbereiding van de leerlingen (Van Naerssen 1970; De Groot 1970; eigen werk benwilbrink.nl/projecten/spa_… )
De Wet op het voortgezet onderwijs: wetten.overheid.nl/BWBR0044212/20…
Over onderwijswetgeving: C. W. Noorlander (2005). Recht doen aan leerlingen en ouders. De rechtspositie van leerlingen en ouders in het primair en het voortgezet onderwijs. Proefschrift VU - Wolf Legal Publishers.
Over de wortels van onze eindexamens havo/vwo informeert ons het: (1930) Gedenkboek ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het genootschap van leeraren aan Nederlandsche gymnasiën 1830-1930, hoofdstuk over examens resolver.kb.nl/resolve?urn=MM… blz. 142-147.
Ik geef deze verwijzingen voor wie zich graag wil informeren, en ook om te laten zien dat met eindexamens zorgvuldig moet worden omgegaan. Dus zeker niet zoals de wetgever dat de laatste decennia heeft gedaan (numerus fixus; kernvakken; verschil SE-CE; #rekentoets; positie CvTE).
Oké, het theoretisch kader is nu kort geschetst. Als mij in een interview wordt gevraagd wat de belangrijkste punten zijn bij het kritisch beschouwen van onze eindexamens (havo)/vwo, wat zou ik zoal antwoorden?
1. Er is al overmatig scherp geselecteerd in het 14-jarige traject van groep 1 naar de eindexamenklas vwo, ook vergeleken met buitenlanden. Aan onze eindexamens ook nog eens een selectieve functie toekennen is overkill. Ethisch, zowel als technisch. Kalmeren, dus maar.
2. Het gaat om de overgang van havo/vwo naar ho. (De tijd dat enkele jaren vo eindonderwijs was, is echt voorbij.) Nederland is gezegend met een vrije toegang tot ho, mits een passend eindexamen is gedaan. Dat is elders in de wereld wel anders. Maar houd punt 1. wel in de gaten.
3. Dat gezegd zijnde, kunnen we niet anders dan constateren dat aan de onder 2. genoemde zegening stevig afbreuk wordt gedaan door wettelijk mogelijk gemaakte selectie-aan-de-poort voor numerus fixusstudies. De kiem was al gelegd in 1975: bij de loting examencijfers meetellen.
4. Ik zou punt 3. willen beschouwen als een bedrijfsongeval, dat eenvoudig is recht te zetten (loten voor numerus fixusplaatsen). Neem andere bedrijfsongevallen meteen mee: de kernvakkenregeling, (de #rekentoets is al afgeschaft), verschil SE-CE: laat dat rusten.
5. We blijven weg bij een stelselwijziging, want dan zijn we niet meer met eindexamens, maar met het onderwijsstelsel bezig. Laten we ons wel blijven realiseren dat ons vo een 'lock-in' is van het 19e-eeuwse standenonderwijs, en fundamenteel oneerlijk. vv
6. Wij hebben de zorg voor onze eindexamens uit handen gegeven aan quango's die ondertussen tientallen jaren de gelegenheid hebben gehad zich dikker en invloedrijker te maken: Cito, SLO, CvTE. Dit zijn instellingen die gaan voor het eigen belang, niet voor het algemeen belang.
6.a Ik zal er bewijs voor aandragen: de #rekentoets komt volledig voor de verantwoordelijkheid van SLO, Cito en CvTE. Uiteindelijk, na 10 jaar, moest deze toets wegens onherstelbare gebreken worden teruggetrokken. Kosten: in de orde van grootte van een half miljard. Twee Fyra's.
Waarom zeur ik over SLO/Cito/CvTE? Dit zijn instanties in de onderwijsverzorgingsstructuur die op te vanzelfsprekende wijze van politiek/departement opdracht krijgen tot invoeren van gewenste veranderingen. Dat gaat dus niet goed, wat de wensen ook mogen zijn, ook die van B & W.
Ooit, rond 1977, kreeg het Cito de opdracht om de eindexamens vo te gaan verzorgen. Ik weet daar het fijne niet van, wat er de politieke of praktische overwegingen bij waren. Wèl was het zo dat het Cito op dat moment landelijke bekendheid had als de maker van de 'citotoets'.
Die 'citotoets' voor 12-jarigen was een meerkeuzetoets. Meerkeuze was een dogma. Preciezer: vierkeuze was het dogma van het Cito. Achteraf is goed te zien dat het boek van De Groot en Van Naerssen 1969 over studietoetsen een sterk ideologische boodschap verkondigde: alleen
studietoetsen (=meerkeuzetoetsen) zijn 'objectief', en verdienen dus altijd de voorkeur in het onderwijs, dus ook bij examens. Eigenlijk heel erg, dit. Afijn, aan mij de eer om de ideologie-bubbel te laten barsten, op de ORD 1977, Cito-staf in de zaal: benwilbrink.nl/publicaties/77…
De stelling: keuzevragen zijn even subjectief als open vragen. De ontwerper van de keuzevraag bedenkt het juiste antwoord plus de alternatieven. Wat is daar 'objectief' aan, anders dan het bij open vragen zou zijn? In de VS heeft men het over 'frozen subjectivity'. Juist.
Dan hoor ik veel later dat deze confrontatie op de ORD wel binnen het Cito de weg vrij had gemaakt om eindexamens met open vragen te kunnen maken. Heeft dat ook het opstel en de proefvertaling kunnen redden? Ik weet niet wanneer die uit de eindexamens zijn verdwenen.
Opstel en vertaling zijn gevoeliger voor toeval en verschillen tussen beoordelaars dan examens opgedeeld in 25 afzonderlijke vragen. Zeker. Maar moeten ze daarom uit het CE verdwijnen? Dat is toch nergens voor nodig? We moeten er alleen wat meer ontspannen mee omgaan.
Wat ik probeer te betogen is dat doelen van het onderwijs leidend moeten zijn bij het ontwerpen van eindexamens. Niet omgekeerd. Voorkom te allen tijde dat wat 'examineerbaar' is leidend gaat worden voor het onderwijs. Dat betogen B & W ook, maar hun voorstel staat er haaks op.
Dit is het wel wat ik erover kan zeggen. Ik heb veel weggelaten, dat wel. Het gaat om een richting van denken, niet direct om concrete stappen die belanghebbenden kunnen nemen.
Grote onbesproken onderwerpen oa: controversiële toetsen op begrijpend lezen; contextopgaven wisk.
Die laatste thema's passen in dit verhaal omdat de genoemde quango's er een hoofdrol in spelen, en het gaat om vernieling van onderwijs en examens. Maar ik zie het als afzonderlijke onderwerpen, waarover een brede onderwijsdiscussie moet worden gevoerd.
"De belangrijkste bijzondere doelstelling van het wiskundeonderwijs is leerlingen te leren een reële situatie te vertalen in wiskundige termen. Zo kunnen leerlingen zelf ervaren dat wiskundige begrippen in verband gebracht kunnen worden met de werkelijkheid."
Oké, of nonsens?
Helemaal oké, of gevaarlijke onzin? Het is een quote uit een proefschrift. De promotor was het dus eens. Het zal dan wel oké zijn, niet?
Je had vroeger als kind ervaring met rekenen en meetkunde: knikkeren, mens-erger-je-niet, monopolie, landjepik (nl.wikipedia.org/wiki/Landverov…).
'Een reële situatie te vertalen in wiskundige termen'.
Ik geef een voorbeeld: leerling bereidt proefwerk voor, wat is haar kans op een 'voldoende'?
Dit is toch geen onbekende situatie, ook niet voor wiskundeleraren. Toch ken ik geen leraar die hier ooit wiskunde van bakte.
Ik kom tegen: Sanne Schaap, Pauline Vos, Ton Ellermeijer en Martin Goedhart (2011). De vertaalslag van een situatie naar een wiskundige formule; een studie naar vraagstellingen en leerlingprestaties op het centraal examen wiskunde B1. TDidactiekBetaWet researchgate.net/publication/34…
Het probleem hiermee is het onbepaald voornaamwoord bij 'situatie'. De auteurs problematiseren dat niet, terwijl hier toch echt met zoveel woorden staat dat dit 'vertalen' een generieke vaardigheid is. Er is zelfs een rare term voor gevonden: wiskundige denkactiviteit WDA.
Een cognitief psycholoog zou zo'n term niet kunnen bedenken: 'denken' is immers geen activiteit, al suggereert het werkwoord-karakter ook dat er een 'denker' aan te pas komt. Afijn, dit terzijde.
Het gaat helemaal niet goed met het testen, toetsen en examineren in ons onderwijs, van groep 1 tot en met de masters. Met Van Naerssen ben ik van mening dat beroerde kwaliteit van beoordeling van leerlingen en studenten zich één op één vertaalt naar tekortschietend onderwijs.
Dat strooit tegenwoordig met miljarden voor allerlei flutprojectjes in het onderwijs. Weggegooid geld. Investeer nu eens 20 miljoen structureel in een club belhamels die met die toetserij aan de gang mogen gaan. No holds barred. Geen commercie. Jonge honden & vrije pensionados.
Wim Hofstee zou zo'n vrije pensionado kunnen zijn, maar hij is niet meer. Hij heeft ons wel zijn inzichten nagelaten in:
W.K.B. Hofstee (1999). 'Principes van beoordeling. Methodiek en ethiek van selectie, examinering, en evaluatie' Swets & Zeitlinger. managementsite.nl/principes-beoo…
@kdenheijer@mrkoolzaad Hans Freudenthal is de godfather. Briljant wiskundige, dacht, na zijn pensonering, dat hij ook briljant didacticus moest zijn, hengelde bij een topambtenaar van OCW de opdracht voor herziening van het rekenonderwijs binnen, kreeg zeer ruim budget, en ging aan de slag met een
@kdenheijer@mrkoolzaad team enthousiaste jonge honden zonder onderzoekkennis (volgens Hans hoefde er niets meer te worden onderzocht), zonder kennis van psychologie (terwijl er heel wat gepsychologiseerd zou worden, over contexten, transfer, leren). Goedbedoelende amateurs.
@kdenheijer@mrkoolzaad Was het instituut, het IOWO, universitair ingebed? Dat dacht ik wel. Afijn, het werd na 10 jaar opgeheven. Deel van de staf ging naar SLO (!), deel ging door onder de hoed van prof. Van der Blij, universitaire vakgroep dus. Onder academische vlag verder. De groep had al ontdekt
Staatssecretaris verdedigt in de Tweede Kamer maatregel waarvan zijn ambtenaren hem verteld hebben dat hij in strijd is met internationaal recht.
Daar zit je als burger toch met opperste verbazing naar te kijken.
Natuurlijk, bijzondere omstandigheden vragen om bijzondere
maatregelen. De wetgever kan een noodwet of machtigingswet indienen. In dit geval is die uitweg er niet, het gaat immers om internationale verdragsverplichtingen.
Het Kabinet wil mensenrechten schenden, speculeert erop dat de rechter niet binnen korte tijd zal ingrijpen.
Dan blijft als enige beschermer van mensenrechten het Parlement over. Neemt het Parlement die verantwoordelijkheid?
Kijk, op die manier erodeert het vertrouwen van de burger in de politiek verder en verder.
Vandaag blijkt mijn hoofd te staan naar toetsvragen als onderwerp, mijn zonden, en vooral die van anderen. Het ontwerpen van toetsvragen, bij de buren heet dat 'item writing', door mij wel vertaald met 'toetsvragen schrijven': Aula 809 benwilbrink.nl/publicaties/83…
Mijn zonde bij het uitbrengen van dit boekje was dat ik deze aanpak van het ontwerpen van toetsvragen niet empirisch had getoetst op een paar honderd of liefst nog meer universitaire docenten. Uiteindelijk stapte de redactie van deze HO-reeks over dat bezwaar heen. Gelukkig.
Mijn verdediging was uiteraard dat ik mij met deze praktische aanpak van het ontwerpen van toetsvragen keerde tegen tradities die evenmin op behoorlijke empirische toetsing berustten. Integendeel. Toetsvragen ontwerpen werd alom als een KUNST beschouwd. No kidding. Nog steeds.