Wat voor soort historicus ben ik eigenlijk? Een kort draadje. Ik zie mezelf inmiddels vooral als historicus van Nederland, maar ik heb nooit bewust gekozen voor Nederlandse geschiedenis. Ik had aanvankelijk eerder een voorkeur voor een tijdvak dan voor een land.
Als student was ik al gefascineerd door de achttiende eeuw, de tijd van Verlichting en Revoluties. Mijn droom was toen er een Grote Historische Roman over te schrijven. Ik geloof niet dat die er ooit gaat komen, maar schrijven doe ik nog altijd het allerliefst.
Ik had het geluk als promovendus terecht te komen in een groot onderzoeksproject over de politieke wereld van de Bataafse Republiek, zoals Nederland heette aan het eind van de achttiende eeuw. Dat was aan de Universiteit van Amsterdam in 2007.
Er zijn niet zo veel historici met kennis van deze revolutionaire tijd. Vanuit deze periode rond 1800 kun je terugkijken naar de Republiek en vooruitkijken naar het Koninkrijk. In vervolgonderzoek heb ik dat ook gedaan, onder meer in dit project. universiteitleiden.nl/en/research/re…
Wanneer er een beroep wordt gedaan op mijn expertise, gaat het vaak om onderwerpen die te maken hebben met Verlichting en Revolutie. Zo heb ik recent meegewerkt aan een tentoonstelling van het @NLNatArchief. Hierover heb ik toen ook een draadje gemaakt.
Verder begeleid ik promovendi die zich met deze tijd bezighouden: @dirk_alkemade werkt aan een biografie van Pieter Vreede, de Nederlandse Robespierre! Quinten Somsen promoveert op het hof van stadhouder Willem V van Oranje, in dit mooie @NWO_SSH-project. monarchie-in-beroering.org
Internationaal ben ik de laatste jaren wat minder actief op dit vlak en heb ik me meer gericht op het veld van de petitiegeschiedenis. Mijn huidige onderzoek ligt wel in het verlengde van mijn eerdere onderzoek naar het revolutietijdvak. Ik zal hier later meer over vertellen!
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
Aangezien deze week in het teken staat van verkiezingen voor het Nederlandse parlement (preciezer: de Tweede Kamer), lijkt het me aardig het vandaag te hebben over de geschiedenis van dit parlement. Misschien moeten we beginnen met de vraag wat een parlement eigenlijk is.
Uiteraard zijn verschillende definities mogelijk, maar een goede definitie zal waarschijnlijk de volgende elementen bevatten:
- vertegenwoordigend karakter
- democratisch verkozen leden met een vrij mandaat
- openbare zittingen
Dit behoeft wellicht wat uitleg.
Ik kan die uitleg het best geven aan de hand van een vergelijking tussen de Staten-Generaal, het centrale overheidsorgaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, en de vergadering die in het jaar 1796 voor de Staten-Generaal in de plaats kwam, de Nationale Vergadering.
Eerder vandaag had ik een bijeenkomst over de toekomst van mijn onderzoeksinstituut. Vermoedelijk zijn jullie niet allemaal even vertrouwd met het landschap van geesteswetenschappelijke onderzoeksinstituten waar dit deel van uitmaakt. Daarom volgt hier een korte introductie.
Behalve universiteiten bestaan er in Nederland wetenschappelijke onderzoeksinstituten waar eveneens wetenschappers werken. Voor zover geesteswetenschappelijk van aard, zijn die instituten deels geclusterd in het @KNAWHuC.
Voluit is dit het Humanities Cluster van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW). De @_knaw biedt ook onderdak aan een sjiek genootschap van knappe koppen, maar dat is een andere tak, zo ver ben ik nog niet 😉
Hallo! Deze week mag ik de Nederlandse wetenschap vertegenwoordigen. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen ben ik jullie parlementair historicus van dienst. Ook zal ik het onder meer hebben over verkiezingen, petities en revolutie! Maar laat ik me eerst voorstellen.
Ik ben @JorisOddens en ik werk bij NL-Lab (@NLLab_Tweets), waar ik samen met anderen onderzoek doe naar Nederlandse cultuur en identiteit. Over NL-Lab kom ik later deze week zeker nog te spreken. Neem intussen gerust alvast een kijkje op onze website. nl-lab.net
Zoals alle onderzoekers van NL-Lab kijk ik graag over disciplinaire grenzen heen. Ik zie mezelf als (politiek) historicus, maar mijn onderzoek heeft ook letterkundige en kunsthistorische dimensies. Een wat langere bio vinden jullie hier. nl-lab.net/over-nl-lab/wi…
Daar gaan we dan! Armzwaai. Waarom zwaai je je armen tijdens het lopen? En heeft dat nog voordelen? Een gedachte is dat armzwaai een evolutionair overblijfsel is. Daar is wel wat bewijs voor ook; reflexen in de benen zijn gekoppeld aan hoe de armen bewegen. 1/6
Maar heeft die armzwaai nog een functie dan? Als eerste zou je kunnen denken aan stabiliteit. Ons onderzoek liet zien dat lopen met normale armzwaai echter onstabieler is dan lopen zonder armzwaai. Wel kunnen je armen helpen met balansherstel na een verstoring. 2/6
En energetisch? Interessant genoeg zouden de armen vrijwel passief kunnen zwaaien, geheel aangedreven door de bewegingen van de romp (zie filmpje). Het kost dus (weinig) energie om ze te zwaaien. 3/6
Ok, een draadje over mijn onderwijs. Ik geef "Applied Biomechanics", in het Nederlands "Toegepaste Biomechanica". Biomechanica is te vertalen als "de natuurkunde van de biologie", of, in ons geval: "de natuurkunde van het bewegen". Studenten krijgen in jaar 1 al biomechanica 1/6
Maar dat is heel theoretisch (pen en papier sommetjes). Wij leren studenten om met data van metingen van het bewegen dit soort sommetjes te doen, en dit toe te passen om bijvoorbeeld te berekenen hoe hoog de rugbelasting tijdens tillen is (keuze-ochtenddraadje morgen? ;-)). 2/6
Studenten gebruiken data verkregen met de beste meetapparatuur die wij hebben; 3d camera's die met een foutmarge van kleiner dan 0.1mm meten, maar ook erg duur zijn. Zie foto voor een typisch experiment. Als studenten klaar zijn, hebben ze niet altijd toegang tot zo'n lab. 3/6
Waarom wordt je meer moe van een dag slenteren in de stad dan van een stevige wandeling? Ik ga het hier niet hebben over de psychologische aspecten, alhoewel die er vast ook zijn ;-). Maar interessant genoeg, is er fysiologisch ook een basis voor dat gevoel 1/4
Als we vrij onze loopsnelheid mogen kiezen, lopen we op een snelheid die dicht ligt bij ons energetisch optimum (zie grafiek, gewoon een voorbeeld uit google images); we verbruiken dan, per afgelegde meter, het minste energie. Loop je langzamer dan "voorkeurssnelheid"? 2/4
dan verbruik je meer energie per meter. Interessant is dat dit ook voor staplengte geldt; voor een gegeven snelheid, is je zelfgekozen staplengte het efficiëntst. Wil je dus afvallen? Loop op een andere snelheid dan je normaal zou doen, en met een andere staplengte. :-)3/4