Draadje: 1) De onderwijsraad adviseert: een 3 jarige brugperiode en veel differentieren. Zowel binnenklasdifferentiatie als niveaugroepen. Gaat dat gelijke kansen vergroten? onderwijsraad.nl/publicaties/ad…
2) In principe is vroege selectie niet positief voor onderwijskansen. Later selecteren naar verschillende onderwijsstromen is beter. (Lucy Crehan, Cleverlands). Die consensus is er wel.
4) Een belangrijke factor die hierbij een rol zal gaan spelen is hoe leraren 'differentiatie' zien en uitvoeren. Convergent ('iedereen naar een minimum doel') of divergent ('talenten optimaliseren')?
5) Onderzoek (in PO) toont: leraren denken vooral divergent (talent optimaliseren). Verschillen mogen groter, homogeen groeperen is OK, en 'eerlijk'=ieder krijgt evenveel hulp.
6) Leraren handelen echter zowel convergent (heterogene groepen, verlengde instructie) als divergent (allerlei niveaugroepen, denk aan sterretjes, maantjes etc).
7) De beroepsgroep lijkt dus wat gespleten rondom 3 dilemma's van differentiatie: 1) het leeruitkomsten dilemma, 2) het ondersteuningsdilemma, en 3) het groeperingsdilemma.
9) Bij mijn eigen (VO) studenten zie ik eenzelfde tweedeling: grofweg 50-50 tussen 'iedere leerling naar eigen capaciteit' (divergent) 'allen op een minimum niveau' (convergent)
10) Daarbij zie ik ook 2 misconcepties bij veel van mijn studenten: 1) motivatie is belangrijker voor leren dan regulatie en SES (achtergrond), en 2) geïndividualiseerd onderwijs helpt risicoleerlingen. Allebei niet waar.
11) Ook onderschatten mijn studenten (nu nog) de extra leertijd die zwakkere leerlingen nodig hebben (tot 6x meer dan snellere leerlingen): onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/omgaan…
12) Het rapport van de onderwijsraad gebruikt zelf ook termen die passen in een divergent differentiatie beeld ('recht doen aan eigen niveau'). Dus gelijke kansen door latere selectie, maar bij het differentieren mogen we dan weer wel verschillen groter maken.
13) Ook adviseert het rapport allerlei niveaugroepen, naast advies voor heterogeen werken. We krijgen dan mogelijk een 'verborgen' vorm van selectie (setting): niet zichtbaar van buiten (geen VMBO-HAVO-VWO) maar wel aanwezig in het onderwijs.
14) Cruciaal is hier: wat is het 'eigen niveau' waar recht aan gedaan wordt? Is dat een inherent potentieel, een capaciteit die we vantevoren kunnen inschatten? Of is dat de momentane voorkennis van de leerling door de accumulatie van alle voorgaande onderwijs en leerervaringen?
15) Ik denk zelf het laatste: SES, langjarige ondersteuning bij regulatie, wereldkennis, geen traumatische ervaringen etc. Maar we zijn geneigd het momentane resultaat te zien als voorspellende 'capaciteit' die de leerling heeft. sterk/zwak, snel/langzaam.
16) Daar komt bij dat onderwijs toetsen gebruikt om te selecteren (wie mag waarnaartoe qua onderwijsstroom, hoger/lager) en om 'kwaliteit' van onderwijs te meten. Die toetsen zijn zeer problematisch. tilburguniversity.edu/nl/actueel/age…
17) De onderwijsraad handhaaft deze selectie + kwaliteitsmetingsfunctie van toetsing. Krijgen we echt gelijkere kansen door deze combinatie van veel divergente differentiatie + mogelijk problematische selectietoetsen?
19) De onderwijsraad stelt terecht dat deze stelselwijziging veel professionalisering van leraren zal vragen.
20) Terecht want afstemmen op verschillen is topsport, een zeer complexe vaardigheid. Nederlandse leraren scoren hier in vergelijkende studies niet zo hoog op, ook nog eens doi.org/10.1080/092434…
21) Tel daarbij op dat al jarenlang geconstateerd wordt: het lerarentekort (kwantitief en kwalitatief) wordt niet goed aangepakt door de overheid. Er wordt niet echt in geinvesteerd. Dus deze stelselwijziging veronderstelt ook een 'major mindshift' van beleid op dat punt.
22) Er wordt niet echt in geinvesteerd, en veel oplossingen gaan over 'makkelijker maken' van instroom door niveauverlaging. Dus nogmaals: deze stelselwijziging veronderstelt een 'major mindshift' van beleid over opleiden en professionaliseren en behoud van leraren.
23) Dan kun je netto denk ik stellen dat dit voorstel ontzettend veel 'afbreukrisico' met zich meebrengt, met alle goede bedoelingen die het ook heeft.
24) Ik snap de zorgen dan ook goed die her en der geuit worden, vanuit mijn rol en positie als lerarenopleider. /Einde
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
Vraag 4: Ik herken het toetsfetisjisme in de praktijk. Maar, u haalt de toets uit de context. Hetzelfde toetsbeleid is constant geweest onder diverse beleidscontexten. U mist de belangrijkste beweging: kwaliteitsdenken (ik herken dat typisch als een neo-liberale insteek)
Waarom dan kiezen voor 'New public management'? Mijn vraag als ouder: mijn kinderen zijn met toetsen en LVS gevolgd. Dat maakt het gesprek over leerstijl makkelijker (LEERSTIJL?!?!?!?) het is onderdeel van een rijkere context. Abstraheert u daar niet teveel van? Stropop?
Heij: kwaliteit staat nu vooral in teken van uitput, dat was eerder minder in overwegingen over deugdelijkheid van onderwijs. Dit past bij de beweging NPM: rendementsdenken.
Vraag 3: Intro - Gelezen met rode oortjes, van opwinding, boosheid. Tilburg was ooit verscheurd tussen tabbelaars en babbelaars, zie de vorige discussie. 'ik ben wetenschappelijk een kleinzoon van A de Groot'. We kijken hier naar een micro-macro vraagstuk.
Het stelsel/macro zoekt naar verdeling, de leerling/micro naar kansen. (Interessant: willen we als stelsel niet ook een vorm van rechtvaardigheid?). Systeemkenmerk: dwingt een stelsel niet altijd? En is meritocratie niet ook dwingend. Moet een toets dat niet juist verzachten?
En proberen ouders uit de bovenlaag niet van alles om dat systeem te bespelen, helpt dan niet juist een 'goede harde, tabbelende toets' die die harde kanten eraf haalt?