Klassen. Hoe te kijken naar een ‘serie over de strijd voor gelijke kansen in het onderwijs?’ human.nl/klassen.html?g… Want de eigen kennis en taal bepalen hoe we de wereld zien. Is onze kennis op orde? Deugt onze taal? Zien we eigen kennis bevestigd? Stellen we vragen? #klassen
Laten we beginnen bij het begin: de stamvader van het klassikale onderwijs, een wereld-uitvinding, is de Zwolse meester Joan Cele, vriend van Geert Grote, 14e eeuw. Sjoerd Karsten vertelt erover, wandel met hem mee door Cele’s Zwolle: didactiefonline.nl/video/wandelen…
Zie ook didactiefonline.nl/artikel/het-ce… Goed nieuws voor Engelse volgers, een verwijzing naar een bijzondere analyse van de economische betekenis van ‘Brethren’ voor de vroege Nederlanden in het Engels: cpb.nl/en/publication…, daarin 2.3.2. ‘Education for All’. Yes. 1400!
Lynn Thorndike informeert u over verrassend goed onderwijs in de late middeleeuwen. ‘In this paper I wish to uphold the thesis that in the period of developed mediaeval culture elementary and even secondary education was fairly widespread and general.’ scihub.wikicn.top/10.2307/2853459
Het is pas kort bekend dat Joan Cele grote invloed had op de vorm van het onderwijs in West Europa, aan de universiteit van Parijs, en van de Jezuïeten. Zijn groepsmethode was een oplossing van het logistieke probleem om met twee assistenten tot wel 900 scholieren les te geven!
Maar dat was toch geen leerstofjaarklassensysteem? Jawel, dat was het wel. Halfjaarlijks dan; Joan Cele nam een soort examen af om te zien of de scholier door kon. (Herhalen was eer regel dan uitzondering, ook aan universiteiten). De leerstof was er ook naar: Latijn en teksten.
Hoe spreken we over ‘gelijke kansen’? Delpher helpt, bijv. de Wiardi Beckman Stichting in 1959 tinyurl.com/y3rjl25b :“ .. door welke oorzaken vele begaafde jonge mensen, die de capaciteiten en de lust hebben om hoger onderwijs te volgen, hier niet aan toe komen” Die tussenzin!
De eerste keer dat ‘gelijke kansen’ in Nederlandse kranten voorkomt is 7-10-1827, Algemeen Handelsblad tinyurl.com/yypgx7sb , over wederzijds handelsverkeer. In goed Engels gaat dat over een ‘level playing field’. Interessant: leerling tegenover school, gelijkwaardige relatie?
In boeken komt het idee van ‘gelijke kansen’ pas eind 19e eeuw voor: tinyurl.com/y24cztda Quack: “Voor alle menschen op aarde, voor allen, moeten er meer gelijke kansen in het leven zijn. Ieder moet gelegenheid kunnen hebben tot ontwikkeling van al zijn krachten en gaven.”
Is die 19e eeuw niet erg ver van ons verwijderd? Ik dacht het niet. De 19e eeuw heeft ons een onderwijsstelsel nagelaten dat nog steeds de sterke kenmerken van standenonderwijs heeft. De Hogere Burgerschool van Thorbecke is wel van naam veranderd, maar niet van karakter. Enz.
Bouwman & Henk Steenhuis (2017). ‘Wij van de HBS. Terug naar de beste school van Nederland’ meulenhoff.nl/producten/wij-…
Voor een indruk van het hele NL onderwijs in de 19e eeuw: lees eens een Verslag van den Staat der Hooge-, Middelbare en Lagere Scholen ... dbnl.org/titels/tijdsch… Dat van 1863 is de oudste die online beschikbaar is. Ik ben zelf de gelukkige bezitter van het verslag van 1852.
Beroepsonderwijs: Goudswaard (1981) ‘Vijfenzestig jaren nijverheidsonderwijs. Een onderzoek betreffende het nijverheidsonderwijs zoals het in Nederland aan jongens en ouderen is gegeven vanaf de officiële opheffing van de gilden in 1798’ repository.ubn.ru.nl/handle/2066/14…
LO: Oort 1928 ‘Proeven over verstandelijke ontwikkeling op Leidsche scholen’ “De Leidse scholen voor lager onderwijs zijn standenscholen: eerste klasse is de duurste school, dan volgt de tweede klasse, de derde klasse is voor minvermogenden, de vierde klasse voor onvermogenden”
De resultaten van de proeven van Oort zijn de moeite waard om te bekijken. De test was voor alle leerlingen gelijk, Oort rapporteert de ruwe scores (dus geen IQs). Gemiddelden zijn perfect gecorreleerd met stand (SES)
In ons eigen voortgezet onderwijs zijn op stuitende wijze de schoolsoorten nog steeds sterk samenhangend met sociaal-economische status—er is dus gewoon sprake van standenonderwijs, laten we er niet omheen draaien—zie deze info van de Inspectie Onderwijs onderwijsinspectie.nl/binaries/onder…
Kijk even over de grens naar een paar buitenlanden waar jongeren tot 15 of 16 jaar op dezelfde school blijven, en realiseer je dat ons onderwijsstelsel allesbehalve vanzelfsprekend is (vgl onderzoek @HermanWerfhorst). We moet dus ook niet doen alsof dat wèl vanzelfsprekend is.
Die gedachte consequent volgend is het eenvoudig zo dat in Nederland de ongelijkheid al ingebakken zit in het onderwijsstelsel zelf. Ik kan dan ook niet anders dan concluderen dan dat adviezen en eindtoetsen inherent oneerlijk zijn; technisch: niet valide. benwilbrink.wordpress.com/2020/09/24/kun…
Houd het voorgaande goed vast, want anders is alle gepraat over gelijke kansen gewoon versluierend. Wat verstaat de Inspectie onder ‘gelijke kansen’? Kijk in De Staat van het Onderwijs 2020 onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/st…: 1) % van een categorie, 2) gekwalificeerd: bij gelijke capaciteit
In die 2e betekenis kwamen we ‘gelijke kansen’ al eerder tegen, bij de WBS, en bij Quack: “Voor alle menschen op aarde, voor allen, moeten er meer gelijke kansen in het leven zijn. Ieder moet gelegenheid kunnen hebben tot ontwikkeling van al zijn krachten en gaven.”
Ziet u ook wat hier gebeurt? Wie vasthoudt aan de kwalificatie ‘bij gelijke capaciteiten’ kan evident geen afscheid nemen van het denken in standsverschillen. Verschillen in capaciteiten zijn in deze opvatting immers bij geboorte gegeven. Daar valt meer over te zeggen, geduld.
Laat ik vast verklappen—voor wie mij een beetje kent zal het geen verrassing zijn—dat het geloof in gegeven capaciteiten, talenten, en/of intelligentie de olifant in deze onderwijsruimte is. Dat geloof komt de bovenliggende klasse goed uit: het bestendigt bestaande verhoudingen.
Bij de onderwijsgoeroe van de 2e helft van de 19e eeuw, Herbert Spencer, had het geloof een sterkere vorm: op de wijze waarop een embryo zich ontplooit, zo ontplooien zich ook de intellectuele kenmerken bij de mens. Genetisch gegeven dus. sfu.ca/~egan/Wrong-ar… Fantastisch.
Pas enorm op met dat ‘ontplooien’, het is een 19e-eeuwse dwaalleer van een destijds immens populair warhoofd. Nauw verwant is het idee van onderwijs als ‘maatwerk’ (differentiëren), namelijk om dat ‘ontplooien’ optimaal te laten verlopen. Zo reproduceert onderwijs ongelijkheid.
Onderwijs dat ongelijkheid reproduceert. Wie schreven daarover? Jawel, Bourdieu en Passeron, 1972. Het boek is vertaald in het Engels en hier beschikbaar: monoskop.org/images/8/82/Bo…
Streven naar gelijkere kansen bij gelijke capaciteiten kan een dystopie opleveren: ‘meritocratie’.
De grafieken van Oort 1928: daar is ook goed te zien dat ‘verstand’ (intelligentie) groeit over de jaren heen, bijvoorbeeld voor H.B.S. en Gymnasium. GROEIT. Dus niet bij de geboorte al gegeven. Ik kom er nog op terug, natuurlijk.
Ik vergat nog te vermelden, bij de standenscholen in het voortgezet onderwijs: Wim Daniëls (2018). ‘De MULO, de carrièreschool voor het 'gewone' volk’ historiek.net/mulo-geschiede…
Een persoonlijke noot, mag wel hè? Mijn vader ging naar de ULO; die hij niet af kon maken. Mijn moeder was het beste meisje van de klas, maar mocht van haar moeder niet doorleren omdat 9 oudere broers en zusters die kans ook niet hadden. Eerlijk? Volgens oma dus wel. So it goes
Het m-woord viel hierboven: meritocratie. Een meritocratie is GEVOLG van over de top oneerlijk onderwijs, daar gaat ‘Klassen’ niet over. Ik verwijs naar Michael Sandel’s ‘The tyranny of merit’, door mij vaak verbasterd tot ‘The tyranny of meritocracy' benwilbrink.wordpress.com/2020/10/07/ann…
De woorden die we gebruiken zijn enorm belangrijk. Daarom wil ik van die ‘gelijke kansen’ af. Sandel schrijft er een krachtige paragraaf over, die kan ik niet verbeteren: ‘Beyond equal opportunity’ (224-226 in ‘Tyranny of merit’). Ik wil hem vervangen door ‘eerlijke kansen’.
En wel hierom. Dat ‘gelijk’ is ronduit misleidend. Neem een voorbeeld aan artikel 1 van de Grondwet, dat schrijft gelijke behandeling voor bij gelijke gevallen. Gevallen zijn zelden echt gelijk, en die moeten we dan behandelen naar de mate van hun ongelijkheid. Dat is eerlijk.
Gelijkheid is een fictie. Wie gelooft in gelijkheid kan makkelijk ten prooi vallen aan de volgende fictie dat algoritmen wel kunnen beslissen over personen. En dat is in flagrante strijd met de garantie in de Grondwet dat niemand op NL bodem als een nummer mag worden behandeld.
Bij ‘gelijke kansen’ stopt al snel het denken: iedereen weet wel wat dat betekent; maar zo simpel is het dus niet. Bij ‘eerlijke kansen’ begint het denken pas: wat is eerlijk, dan? Onderwijs dat eerlijke kansen biedt is eerlijk onderwijs. Die twee zijn onderling uitwisselbaar.
Voetnoot bij die uitspraak over algoritmen: overgangs-, eindtoets- en examenregelingen zijn vaak geschreven alsof het algoritme beslist. Regelingen beslissen niet, dat doen lerarenvergaderingen of directeuren; zij moeten eventuele persoonlijke omstandigheden meewegen. #eerlijk
Lukt het een beetje om die ‘eerlijke kansen’ erdoor te krijgen? Een beetje, ja. Het is bij de Inspectie wel aangekomen, zij het nog niet overgenomen. Iedere keer wanneer @inge_dewolf ‘eerlijke kansen’ gebruikt, krijgt ze van mij een brede glimlach ;-)
Vandaag verder voor de draad, en afsluiten. Verschillen zijn aan de beurt. U denkt: aanleg, talent, intelligentie. Zeker. Maar denk eerst eens aan 6-jarigen, groep 3 in NL: zij verschillen enorm in leeftijd (want tot wel 1 jaar verschil op 6 jaar), in ontwikkeling, in cultuur.
Die kinderen komen met al hun verschillen de school binnen, een echt andere omgeving dan thuis, vrijplaats van de gewone beslommeringen van de samenleving, plek om zich onze gemeenschappelijke kennis te verwerven. Ha, Anna en Erik leggen het vandaag uit: nrc.nl/nieuws/2020/11…
Nu kan ik vreselijk moeilijk gaan doen over aanleg en intelligentie, maar liever pak ik de kans om dat kort te sluiten door het over geboortemaand te hebben. Leeftijd hoeven we immers niet te testen, leeftijd is bekend. ‘Gelijke kansen bij gelijke leeftijd’, is dat wat?
Ho, wacht. Het gaat om ‘gelijke kansen voor vroege en late leerlingen’. Nietwaar? Eerlijk onderwijs moet betekenen dat schoolresultaten voor vroege en voor late leerlingen niet stelselmatig verschillen. Klaas Doornbos onderzocht het in zijn ‘Geboortemaand en schoolsucces’,
maar dat was in 1971, en het proefschrift is niet online beschikbaar. Maar zie, Michiel de Hoog schreef er een leesbare blog over: decorrespondent.nl/2773/elk-jaar-…
Het punt is: er zijn inderdaad pittige systematische verschillen in schoolresultaten tussen vroege en late leerlingen.
Laat het even tot u doordringen. Op tal van manieren zijn er verschillen: in mate van zittenblijven, in kans op doorgestuurd worden naar speciaal onderwijs. Terwijl HET ENIGE stelselmatige verschil tussen vroege en late leerlingen hun leeftijd is. Niet hun IQ, aanleg, talent.
Voordeel voor de vroege (jonge) leerling: die gaat eerder verdienen (op de arbeidsmarkt).
En niet alleen in school hè: ook in jeugdsport zijn er geboortemaand-effecten. Literatuur: benwilbrink.nl/literature/geb… Typische publicatie, Vlaanderen: Verachtert c.s. sci-hub.se/10.1080/030549…
Dat scouts in jeugdsporten niet goed in staat zijn om talent en leeftijd uit elkaar te houden is een goede waarschuwing dat leerkrachten waarschijnlijk hetzelfde probleem hebben, en mogelijk intelligentieverschillen zien waar er vooral leeftijdverschillen zijn. Tjonge.
Bieden leerlingvolgsystemen houvast om die ‘bias’ te corrigeren? Eerlijk gezegd weet ik niet eens of bv. het LVS van het Cito corrigeert op geboortemaand, ik ben bang van niet (reguliere intelligentietests doen dat wel). ‘Didactische leeftijd’ is aantal maanden onderwijs gevolgd.
Voorbeeld van een intelligentietest: de RAKIT, voor leerlingen in de basisschoolleeftijd. Normtabel in twee versies, zoals ik het begrijp: leeftijd per maand, of per kwartaal. pearsonclinical.nl/rakit-2-revisi… Hier dus echte leeftijd, niet de ‘didactisch leeftijd’ van het LVS.
De WISC III is een intelligentietest voor 6-16 jarigen, met normtabellen per jaar, niet per maand. Dat verbaast me dan weer. Wie benieuwd is naar gestoei met scores op deze test, welke toevalsfouten erin kunnen zitten, zie Kimberley Lek & collega's rensvandeschoot.com/wp-content/upl…
Leeftijd is als de kanarie in de kolenmijn: tabellen van schoolresultaten uitgesplitst naar leeftijd kunnen wijzen op oneerlijk onderwijs: overal waar de resultaten voor jongere leerlingen versus oudere leerlingen stelselmatig verschillen. Welke scholen houden zoiets bij? Nou?
Ook verschillen in psychologische ontwikkeling en verschillen in taal en cultuur horen in eerlijk onderwijs niet samen te hangen met verschillen in schoolresultaten. Ze zijn lastiger te monitoren, dus begin eenvoudig met die leeftijdstabellen als kanariepietjes.
Over intelligentie is al veel geschreven, en ik heb er ook aan bijgedragen: ik verwijs graag naar dit artikel in Van Twaalf tot Achttien van12tot18.nl/intelligentie-… ‘Intelligentie in historisch perspectief’: omdat die geschiedenis ertoe doet, en ons vandaag overal dwars zit.
Intelligentie bestaat niet, maar we hebben het er wel voortdurend over. Pas dus op met de woorden die we gebruiken. We hebben tests van het soort dat teruggaat op Alfred Binet, die er de naam ‘intelligentietest’ aan verbond. In die zin bestaat ‘intelligentie’, abstract dus.
Die abstracte intelligentie is naar oorsprong, en nog steeds, nauw verbonden met wat de ‘core business’ van de leerling is: leren. Nu zijn politici er tuk op om dat 'leren' van school uit te breiden tot een leven lang (levenslang, ha), maar dat is mij toch veel te gortig.
In het begin van een ieders werkzame leven is er best veel bij te leren, dus werkgevers hebben gelijk wanneer ze leervermogen van sollicitanten belangrijk vinden. Eenmaal uitgeleerd gaat het niet om intelligentie, maar om expertise: van de stratenmaker, boekhouder, chirurg, enz.
Hé, wisten we dat niet altijd al? Dat schoolse intelligentie nauwelijks iets voorspelt over de expertise in het na-schoolse leven? Wie zo dom is om op intelligentie te selecteren (en dat doen we voortdurend in oneerlijk onderwijs) schiet zichzelf in de voet. Ook maatschappelijk.
Het is driewerf dom omdat intelligentie niet bij de geboorte al is gegeven, maar groeit, en bij uitstek in een omgeving die op die groei is gericht: in het onderwijs. De grafieken van Oort, hierboven, lieten het mooi zien. In 1928. Let op: omzetting naar IQs versluiert groei!
Tegenwerping: maar verschillen in IQ blijven toch constant, door de schooljaren heen? Ja, als de school er alles aan doet om aanvankelijke verschillen te vergroten zal dat zeker het gevolg zijn. Hoe doet de school dat: door verschillende verwachtingen, differentiëren.
Natuurlijk, verschillen zullen er altijd zijn. Hoe ongelijker samenleving des te groter die verschillen kunnen zijn. Dat kan het onderwijs niet oplossen, moet ze ook niet willen. Maar waarom zouden kleine verschillen door toedoen van de school grotere verschillen moeten worden?
Steeds meer scholen laten zien hoe inhoud en aanpak van onderwijs enorm verschil maken in schoolloopbanen van hun leerlingen, juist ook leerlingen uit achterstandssituaties. Mijn voorbeelden, internationaal: Core Knowledge van E.D. Hirsch; Michaela school, Katharine Birbalsingh
Het onderwijs zelf is een onderwerp op zichzelf. Het gaat niet alleen om het hebben van hoge verwachtingen (Rosenthal & Jacobson), maar vooral om het doen van wat juist is. Een voorbeeld van dat laatst is het ‘2-sigma experiment’ van Benjamin Bloom benwilbrink.wordpress.com/2018/09/28/ben…
Bloom's experiment laat zien wat in beginsel mogelijk is. Het levert totaal ander onderwijs op dan het traditionele op sorteren gerichte onderwijs. Het is belangrijk om het hier aan te stippen, omdat wetenschappelijk onderzoek het huidige onderwijs vaak als gegeven beschouwt.
Maar het is veranderbaar! Bijvoorbeeld de eeuwige discussie over advies en eindtoets voor 12-jarigen, welke van die twee eerlijker is, gaat volkomen voorbij aan de evidente tekortkomingen in ins onderwijsstelsel, en in het basisonderwijs zelf. Dáár zit de oneerlijkheid.
Wat naar inhoud en vorm eerlijk onderwijs is dat kan ik hier niet verder behandelen. Mijn overtuiging is dat een op kennis gericht programma van de essentiële is. Het Core Knowledge programma van Hirsch is een fraai voorbeeld beteronderwijsnederland.nl/vakwerk/2017/0…
Daar is aan gekoppeld dat het basisonderwijs en de onderbouw-vo niet één groot sorteertraject is, maar álle leerlingen een kennisbasis geeft die ze in staat stelt aan de democratische samenleving deel te nemen en een lang leven in gezondheid te leiden (wat nu niet het geval is).
Over expertise moet ik nog een verwijzing geven. Dat moet natuurlijk het boek van Ericsson en Pool zijn, ‘Piek’ in het Nederlands, ‘Peak’ in het origineel. Mijn bespreking ervan: ben-wilbrink.nl/Wilbrink_Piek_…
En excuus voor de vele zelfverwijzingen (maar die zijn niet toevallig).
Ik had beloofd op ‘Beyond equal opportunity’ van Sandel in te gaan. Sandel p. 324: “Equality of opportunity is a morally necessary corrective to injustice. But it is a remedial principle, not an adequate ideal for a good society.”
Sandel citeert R. H. Tawney (1931): “Social well-being ... depends upon cohesion and solidarity. It implies the existence, not merely of opportunities to ascend, but of a high level of general culture, and a strong sense of common interests.” En zo is het. Volg Pikety ;-)
• • •
Missing some Tweet in this thread? You can try to
force a refresh
“... a perfect meritocracy ... diminishes our capacity to see ourselves as sharing a common fate. It leaves little room for the solidarity that can arise when we reflect on the contingency of our talents and fortunes. This is what makes merit a kind of tyranny ...” Sandel 25
“The notion that our fate reflects our merit runs deep in the moral intuitions of Western culture. Biblical theology teaches that natural events happen for a reason. Favorable weather and a bountiful harvest are divine rewards for good behavior, drought and pestilence are
punishments for sin.” Sandel p. 35. Een indrukwekkend hoofdstuk over religieuze noties , en Amerikaanse politiek (heel passend voor dit moment).
Een voorbeeld uit 1946: een jonge piloot moest zo nodig een groet brengen aan zijn moeder in Apeldoorn, en stortte met zijn
Komaan, ik moet eens aan de slag.
Vraag van de dag: kunnen eindtoetsen (voorheen de ‘citotoets’) valide zijn?
Validiteit is een open begrip, maar heeft wel een strak omschreven betekenis, vastgelegd in de Richtlijnen van het NIP (1988) en de Standards van APA AERA NCME (2014).
Om een indruk te krijgen van wat er met validiteit zoal aan de orde is, zie bijv. (de bibliotheek over validiteit is zeer uitgebreid) onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.111… Dit abstract nodigt uit om ook het artikel zelf te lezen. Dat kan, kijk even wat er zoal in staat: sci-hub.tw/10.1111/j.1745…
Validiteit is niet een kenmerk van een toets, maar karakteriseert het gebruik ervan, in dit geval: de toewijzing van leerlingen aan schooltypen. (zie 1e kolom van Sireci & Parker). Veronderstel even, for the sake of argument, dat de eindtoets bepalend is voor die toewijzing.
Question #1: do they really exist? Is it possible for a difference to really exist?
I can hear you shouting: ‘Of course they do, come and visit my classroom!’
Yet I once surprised Denny Borsboom (research on validity) with my question.
In decision making: choose the option with the higher expected utility. Even if the differences between expected utilities of your options are small and statistically not significant. (where is that publication of Herb Simon?)
How does that impact educational decision making?
[On utility functions: benwilbrink.nl/projecten/spa_…
Expected utility is the ‘product’ (weighting) of the probability density and the utility function.
F.e. threshold utility functions 0 (fail) and 1 (pass) a test. Expected utilities then equal chances to pass the test].
‘Wilbrink kiest positie in het discours over intelligentie, in oppositie tot wat de modale leek denkt wat de wetenschap over intelligentie is. En tot wat de ‘received view’ is in tekstboeken voor studenten psychologie.’ Zoiets? @valktekst
@wv012@AMTBosman@valktekst Het kan niet zo zijn dat ik een antwoord schuldig blijf op een zo scherpe veroordeling van van12tot18.nl/intelligentie-…. Het beste antwoord is het artikel zelf, dat sterk is onderbouwd met verwijzingen naar de literatuur. In de tekst zelf zijn dat URLS, heeft Wim eroverheen gelezen?
Tijden van bezinning. Voor mij is nu wel het moment aangebroken om de rommel van Freudenthal en Treffers, het realistisch rekenen, achter me te laten. Die komt via het Wereld Wiskunde Fonds weer in roulatie, voor wie geschiedenis van ons recente rekenonderwijs wil schrijven.
Het Wereld Wiskunde Fonds is een goudmijn voor wie zich wat intensiever in wil lezen in wiskundeonderwijs van hier en elders, van nu en vroeger, en daar een bibliotheekje over wil vormen: een boekenveiling waarvan de baten ten goede komen aan ontwikkelingsdoelen 3e wereld.
Het realistisch rekenen (en wiskunde) is een typisch Nederlandse vorm van wat overigens een wereldwijde hervormingsbeweging van wiskundeonderwijs is. Het gaat om een ideologie (het constructivisme) die met de rug naar de wetenschap staat: er valt geen discussie mee te voeren.
Standpunt Contactgroep Research Wetenschappelijk Onderwijs (1974) ‘Bij beperkte toelating beslist alleen het lot’ benwilbrink.nl/publicaties/74… [Contactgroep: van de universitaire centra.] Loten voor geneeskunde gebeurde al; de vraag was: hoe toelating definitief wettelijk te regelen
1974 ‘Selectie voor numerus-fixus irrationeel’ NRC benwilbrink.nl/publicaties/74…
Hoogleraar biologie reageerde fel in de NRC op het CRWO-standpunt over loten, en kreeg daar meer dan duizend steunbetuigingen op. Niemand had mij erover getipt, vandaar de late reactie in CS van de NRC.
Met Hans van der Vleugel, 1974: ‘Loten heeft slechts voorkeur bij gebrek aan beter’ benwilbrink.nl/publicaties/74… (in themanummer ‘Selecteren of loten‘ van Onderzoek van Onderwijs).