Thread by @JPosthumadeBoer

1. COVID-19 Transmissies in Gezinnen

In het onderstaande verdienstelijke artikel van @mkeulemans, staat beschreven dat van alle #COVID19NL besmettingen, waarvan de setting bekend is, 54,1% van die besmettingen in de thuissituatie plaatsvinden.
volkskrant.nl/nieuws-achterg…

2. Verder vinden nog relatief veel besmettingen plaats tussen overige familieleden (9,3%), kennissen en vrienden (7,0%), op het werk (9.2%), in het verpleeghuis (7,5%), tijdens vakantie of reizen (6,2%) en in de horeca (6,1%).

3. De besmettingssetting is in 22,6 tot 27,5% van de gevallen niet door de GGD te achterhalen.

Aura Timen, hoofd van het LCI, acht het volkomen aannemelijk dat ook de onbekende besmettingen (72,5 – 77,4%) ongeveer het voormelde patroon zullen volgen (qua percentages).

4. Dat is vreemd, want dat zou betekenen dat ongeveer 54% van alle #COVID19NL besmettingen thuis worden opgedaan. De ‘secondary attack rate’ (SAR), die is gedefinieerd als het aantal nieuwe besmettingen onder de contacten gedeeld door het totaal aantal contacten, >>

5. wordt in de literatuur geschat op ongeveer 15,4 – 22,2%. Deze ‘secondary attack rate’ (SAR) is in feite te laag, om het aandeel van gezinstransmissies (54%) te kunnen verklaren.

medrxiv.org/content/10.110…

6. Voor een gezin van 6 personen betekent dit dat 1 besmet gezinslid ongeveer 1 ander gezinslid zal besmetten.

7. De grootte van een gemiddeld huishouden in Nederland was in 2019 2,18 (bron: CBS). Voor dat gemiddelde gezin geldt dat wanneer een besmetting het gezin binnenkomt er in 1,8 tot 2,6 van de 10 gezinnen een vervolg besmetting plaats zal vinden.

opendata.cbs.nl/statline/#/CBS…

8. Nu is Nederland een bijzonder land met bijzondere gebruiken, waardoor de situatie in Nederland anders kan zijn dan in andere landen.

Er zijn aannemelijke verklaringen mogelijk, waarom de ‘secondary attack rate’ in Nederland zo veel hoger zou liggen dan in andere landen.

9. Maar het lijkt me toch aannemelijker dat gezinstransmissies het makkelijkst zijn vast te stellen, waardoor het aandeel veel te hoog wordt voorgesteld.

Maar waar het lek zit blijft de vraag.

* De besmettingssetting is in slechts 22,6 tot 27,5% van de gevallen door de GGD te achterhalen.

10. Overigens gaat het OMT-Z (zoönosen), waarin tenminste @RIVM_vDissel zitting heeft, eveneens uit van een 'secondary attack rate' van 15-20% binnen gezinnen.
Wat de voormelde verklaring van Aura Timen nog opmerkelijker maakt.

rijksoverheid.nl/binaries/rijks…