In de nieuwste column van Martin Sommer stond een link naar een artikel van prof. David Smeulders over het effect van het elektrificeren van bestaande woningen. De column van Sommer laat ik even voor wat het is, maar over het artikel van Smeulders heb ik vragen.
Het artikel ‘Elektrificeren van bestaande woningen: zinnig of zinloos?’ van prof. Smeulders staat in het magazine van TVVL, het kennisplatform in de installatietechniek tvvl.nl/l/library/down… 
Smeulders berekent hoeveel gas een huishouden bespaart dat overstapt van verwarmen op gas naar een elektrische warmtepomp. En hoeveel elektriciteit dat huishouden extra gaat gebruiken. Vervolgens vraagt hij zich af waar die elektriciteit vandaan komt. Daarover gaan mijn vragen.
Allereerst definieert Smeulders het rendement η van windenergie door de werkelijk geproduceerde energie te delen door de maximaal mogelijk te produceren energie.
Ik vind het bijzonder om dat het rendement van windenergie te noemen, want voor zover ik weet noemen we dat de capaciteitsfactor, zie bijvoorbeeld deze slide van MIT presentatie ‘Wind Power Fundamentals’ web.mit.edu/windenergy/win…
Het rendement ofwel efficiency wordt bij windenergie voor zover ik weet gebruikt voor het gedeelte van de energie die een windturbine uit de bewegende lucht weet te halen, zie deze illustratie van MIT
Hoe Smeulders het noemt maakt overigens niet veel uit, want zijn definitie is helder. Problematischer vind ik het getal dat hij gebruikt voor de capaciteitsfactor (want zo blijf ik het toch maar noemen) van windenergie in Nederland.
Op basis van CBS-cijfers berekent Smeulders dat de gemiddelde capaciteitsfactor van windenergie op land en op zee in 2016-2017 neerkwam 25,5%. Met die capaciteitsfactor rekent hij vervolgens voor alle windenergie (land én zee) t/m 2030.
Ik kon mijn ogen bijna niet geloven toen ik dit las. Rekent de hoogleraar voor windenergie op zee tot en met 2030 met een capaciteitsfactor van 25,5% ???
Smeulders constateert wel dat het Klimaatakkoord rekent met een capaciteitsfactor van 48,6% voor windenergie op zee. Hij stelt echter dat dergelijke rendementen nog niet structureel gerealiseerd zijn en rekent door met 25,5%.
Zou Smeulders zich niet gerealiseerd hebben dat de technologie van windturbines zich afgelopen jaren snel ontwikkeld heeft? Dat vooral offshore windturbines afgelopen jaren steeds hoger geworden zijn? En dat het in hogere luchtlagen harder waait?
Zou hij weten hoe de capaciteitsfactor van nieuwe Britse windparken op zee zich richting de 50% ontwikkeld? O.a. doordat de windturbines steeds grotere wieken krijgen? thecrownestate.co.uk/media/1050888/…
Zou hij weten dat de nieuwste Deense windparken op zee (Anholt, Horns Rev 2) al jaren een capaciteitsfactor van rond de 50% halen? jaspervis.wordpress.com/tag/capaciteit…
Zou hij zich afgevraagd hebben of de dip in de CBS-cijfers v/d capaciteitsfactor van wind op zee in Nederland in 2016 misschien iets te maken had met de bouw van windpark op zee Gemini? (ik heb het nog niet uitgezocht, valt me wel op)
Zou hij zich afgevraagd hebben met welke capaciteitsfactor Orsted respectievelijk Shell/Eneco/VanOord/MHIVestas rekenen voor de windparken op zee die momenteel voor de kust van Zeeland worden gebouwd? (hint: rond de 50%)
Smeulders gebruikt de Nationale Energieverkenning 2017 als voorspelling voor het vermogen windenergie op land en op zee in 2030: 3,6 GW op zee en 3,7 GW op land
Waarom gebruikt Smeulders de NEV-2017 en waarom niet de Klimaat- en Energieverkenning 2019 die dezelfde instituten begin november publiceerden? pbl.nl/publicaties/kl…
of de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord uit maart 2019? pbl.nl/publicaties/ef…
of de doorrekening van het ontwerp-klimaatakkoord uit maart 2019? pbl.nl/publicaties/ef…
Zou hij weten dat er een routekaart is vastgelegd met de locatie van de 10 windparken op zee die de komende tien jaar gebouwd worden? En dat daarmee het vermogen van wind op zee groeit naar ca. 11 GW?
rijksoverheid.nl/onderwerpen/du…
rijksoverheid.nl/onderwerpen/du…
Als variant rekent Smeulders met de Nationale Energieverkenning 2016 (NEV-2016) waarin fors meer windenergie zit, zowel op land als op zee. Maar daarbij rekent hij dus nog steeds met een capaciteitsfactor van 25,5%. Voor wind op zee bijna factor 2 te laag.
Smeulders rekent zonne-energie niet mee in de elektriciteitsproductiemix. De redenering kan ik niet helemaal volgen.
Smeulders komt in 2030 tot een elektriciteitsproductiemix met 12% windenergie, 0% zon, 71% aardgas en 16% overig. En daarmee op een uitstoot 350 gram CO2 per kilowattuur elektriciteit.
In de Klimaat- en Energieverkenning is de emissiefactor van elektriciteit ook berekend. Die daalt van ca. 450 gram CO2 per kWh in 2017 naar 90 gram CO2/kWh in 2030.
Ik denk dat ik prof. Smeulders ga uitnodigen om samen een kop koffie te drinken. Maar nu is het eerst bedtijd.
Ik wens u allen een goede nacht!
Ik wens u allen een goede nacht!
De vraag waarom prof. Smeulders in het artikel geen gebruik maakte van de Klimaat- en Energieverkenning 2019 (KEV-2019) is inmiddels beantwoord: het artikel verscheen al in februari 2019, de KEV-2019 in november 2019
