, 37 tweets, 11 min read Read on Twitter
De Belgische arbeidsmarkt kent een aantal structurele problemen die dringend aangepakt moeten worden. In het publieke debat wordt dit vaak verengd tot ‘werken moet meer lonen’. Maar is dat dan echt het grootste probleem? Een, jawel, (lang) DRAADJE. 1/
Wat zijn de problemen? Een groot aandeel langdurig werklozen, een hoog percentage inactieven, een lage werkzaamheidsgraad bij 55-plussers en laagopgeleiden, een zeer lage werkzaamheidsgraad bij niet-EU migranten, en de zwakste prestatie qua baanloze gezinnen in Europa. 2/
Dat houdt ook rechtstreeks verband met ons relatief hoge (kinder)armoedecijfer. Eurostat strooide recent extra zout in de wonde: nergens groeien zoveel kinderen op in baanloze gezinnen als in België. [Cijfers hier: ec.europa.eu/eurostat/web/p…] 3/
Uitdagingen genoeg, dus. In het gros van de politieke en academische reacties werd verwezen naar werkprikkels. Werken moet meer lonen. In een recent opiniestuk in @tijd stellen @CarolineDeitere en @DannyVanAssche dat “de berekening van de werkloosheidsuitkering voor die... 4/
...categorieën zo in elkaar [zit] dat de netto uitkering tot 90 procent van het loon kan opleveren.” Met ‘die categorieën’ verwijzen ze naar werknemers met een brutoloon dat laag is maar toch ruimschoots het minimumloon overstijgt. 5/
Collega @Stijn_Baert herhaalde in diverse media zijn pleidooi voor een versnelde degressiviteit van de werkloosheidsuitkering. Want ‘het verschil tussen werken en niet-werken is te klein’. demorgen.be/nieuws/veel-jo… 6/
Het verschil tussen werken en niet-werken vergroten door de uitkeringen zelf te hervormen is ook de piste die @openvld en @de_NVA grosso modo vooropstellen in hun partijprogramma’s. Laat ons de werkprikkels eens van naderbij bekijken. 7/
Er zijn twee manieren om het ‘werken moet lonen’-debat te benaderen. Je kunt kijken naar 1) het netto inkomensverschil in een situatie van werken en van niet-werken (de netto vervangingsgraad); 8/
of naar 2) de meeropbrengst van werken (de werkloosheidsval): hoeveel hou je over van elke euro extra die je verdient door de overstap te maken van niet-werken naar werken. 9/
De Europese Commissie heeft een vrij toegankelijke database waar vervangingsgraden en werkloosheidsvallen voor verschillende gezinstypes en loonschalen geraadpleegd kunnen worden. europa.eu/economy_financ…. De cijfers en grafieken die volgen zijn gebaseerd op deze bron. 10/
Klopt het dat de netto-uitkering tot 90% van het loon kan opleveren zoals @CarolineDeitere en @DannyVanAssche beweren? Er is maar één specifiek geval waarin dit klopt: een alleenstaande ouder met 2 kinderen die werkte aan een laag loon en net werkloos is geworden. 11/
Dit gezinstype heeft een netto vervangingsgraad (NRR) van 92,6%. Na 7 maanden werkloosheid is dat gezakt naar 85,5%, na een jaar naar 81,3%. Voor geen enkel ander gezinstype of looncategorie klopt het statement. De NRR schommelt tussen de 60 à 80%. 12/
In hoeverre wijkt België daarmee af van andere landen? In de grafieken toon ik de netto vervangingsgraad van drie gezinstypes die eerder werkten aan een gemiddeld of een laag loon (67% van het gemiddelde loon) voor België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Denemarken. 13/
Een alleenstaande die aan een gemiddeld loon werkte valt in werkloosheid terug op een netto vervangingsgraad van 66,5%. Dat is meer dan Duitsland (59%) en Denemarken (62,5%) maar minder dan Frankrijk (67,9%) en Nederland (73,8%). Na 2 jaar werkloosheid zakt dit naar 50,2%. 14/
Dat is meer dan Duitsland (3,9%) en Frankrijk (34,3%) maar minder dan Denemarken (55,2%) en zeker Nederland (69,4%). Voor een alleenstaande met een laag loon is de netto vervangingsgraad het hoogst in België in de initiële periode van de werkloosheid: 86,8%. 15/
Dat is nipt meer dan in Denemarken (85,7%), maar veel hoger dan in Nederland (71,4%), Frankrijk (68,3%) en Duitsland (59%). Na 2 jaar werkloosheid is de ‘werkprikkel’ echter sterker in België (65,6%) dan in Denemarken (75,5%) en Nederland (68,4%). 16/
Voor koppels met kinderen is de vervangingsgraad *lager* in België dan in Duitsland, Nederland, Denemarken en Frankrijk (tot 13 maanden). Voor alleenstaande ouders met een gemiddeld loon is de vervangingsgraad *lager* dan in Denemarken en Nederland. 17/
Herinnert u zich de alleenstaande ouder met een vervangingsgraad van 92%? Dat is even hoog als in Duitsland en Denemarken. Na een half jaar is de vervangingsgraad in België lager dan in Duitsland en Denemarken, na twee jaar nog steeds lager dan in Denemarken. 18/
Kortom, de vervangingsgraden zijn in vergelijkend perspectief hoog voor alleenstaanden en alleenstaanden met kinderen die werken aan een laag loon, maar niet uitzonderlijk: bijna altijd in Denemarken en soms in Nederland of Duitsland zijn ze hoger. 19/
(Dit draadje wordt belachelijk lang. 😬Volhouden, jongens en meisjes.) 20/
Over naar het 2e element: wat houd je over als je de overgang van werkloosheid naar werk maakt? In het aanbevolen rapport van collega @Stijn_Baert over de arbeidsmarkt (users.ugent.be/~sbaert/JOBS_J…) maakt de bijgevoegde grafiek het punt dat werkprikkels een groot probleem zijn. 21/
Het percentage van het loon dat wegbelast wordt bij de overgang van werkloosheid naar werk is 91,1%. Veel hoger dan in Nederland of Duitsland. Dit resultaat wordt sterk gedreven door de keuze voor een alleenstaande met een laag loon. 22/
Als we een alleenstaande bekijken die gaat werken aan een gemiddeld loon, dan verdwijnt dat massieve verschil met Nederland als sneeuw voor de zon. Sterker nog, in Nederland is de werkloosheidsval plots groter dan in België. 23/
Wat gebeurt er als we kijken naar andere gezinstypes? In onderstaande grafieken toon ik dezelfde oefening voor een koppel eenverdiener met twee kinderen en een alleenstaande ouder met twee kinderen, voor een laag loon en een gemiddeld loon. Het beeld wordt anders. 24/
Voor koppels waarin iemand gaat werken aan een gemiddeld loon is de werkloosheidsval groter in Denemarken en Nederland, landen die veel hogere werkzaamheidsgraden laten optekenen; voor de lage lonen is de werkloosheidsval ongeveer gelijk in België, Denemarken en Duitsland. 25/
Conclusie. Het financiële verschil tussen werken en niet-werken moet groot genoeg zijn. Daar ben ik het mee eens. In België zijn vooral de prikkels voor de overgang naar laagbetaalde jobs beperkt. 26/
Wat ik wel betwist is dat een gebrek aan prikkels het *belangrijkste* arbeidsmarktprobleem is van ons land. Landen als Denemarken en Nederland zijn voorbeelden als het gaat om arbeidsmarktdeelname en activering, en toch zijn de financiële prikkels er vaak minder sterk. 27/
Omgekeerd zijn de financiële prikkels altijd sterker in Frankrijk, toch niet meteen een lichtend voorbeeld als het om arbeidsmarktprestaties gaat. 28/
Denemarken en Nederland bereiken een relatief hoge vervangingsgraad door een combinatie van inkomensvervangende en inkomensaanvullende instrumenten (kinderbijslag, huursubsidies). Bovendien activeren ze sneller, beter en meer gericht op de groepen met de grootste afstand... 29/
tot de arbeidsmarkt. Ten slotte investeren ze meer in sociale tewerkstelling. Dat zijn drie elementen waar het in België en Vlaanderen beter kan. 30/
Dat wil ook zeggen dat plannen van @sp_a en @groen om de uitkeringen op te trekken tot de armoedegrens geen goed idee zijn. Beter is om voldoende vervangingsgraad te bereiken door een combinatie van uitkeringen met kinderbijslagen en huursubsidies... 31/
...die dan ook hoger zijn voor de laagste inkomens (werkend of niet-werkend). Wie laagbetaald werk aanvaardt kan de hogere kinderbijslag en huursubsidies blijven behouden. Zo blijft werken lonen én vermijd je een al te grote val van de levensstandaard bij werkloosheid. 32/
Zie bv. het onderzoek van @ivemarx hieromtrent (ftp.iza.org/dp10665.pdf). Ook een uitbreiding van de werkbonus kan hier nuttig zijn. Zie bv. centrumvoorsociaalbeleid.be/index.php?q=no… en centrumvoorsociaalbeleid.be/sites/default/… 33/
Een recent rapport van het @HIVA_KULeuven @LudoStruyven toont dat de activeringsmaatregelen de mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt het minst bereiken. 34/
Ook daar zijn kansen om de typische Belgische (en Vlaamse) arbeidsmarktproblemen zoals de baanloze gezinnen en de langdurig werklozen beter aan te pakken. 35/
('t Is echt bijna gedaan. Ik beloof het. 😏) 36/
Meer activerende inkomensbescherming voor werkenden en niet-werkenden, sociale tewerkstelling en gericht activeren. En meer nuance in het debat over werkprikkels. Als je ’t mij vraagt zijn dat de kwesties die in de volgende legislatuur centraal moeten staan. /SLOT
Missing some Tweet in this thread?
You can try to force a refresh.

Like this thread? Get email updates or save it to PDF!

Subscribe to Wim Van Lancker
Profile picture

Get real-time email alerts when new unrolls are available from this author!

This content may be removed anytime!

Twitter may remove this content at anytime, convert it as a PDF, save and print for later use!

Try unrolling a thread yourself!

how to unroll video

1) Follow Thread Reader App on Twitter so you can easily mention us!

2) Go to a Twitter thread (series of Tweets by the same owner) and mention us with a keyword "unroll" @threadreaderapp unroll

You can practice here first or read more on our help page!

Follow Us on Twitter!

Did Thread Reader help you today?

Support us! We are indie developers!


This site is made by just three indie developers on a laptop doing marketing, support and development! Read more about the story.

Become a Premium Member ($3.00/month or $30.00/year) and get exclusive features!

Become Premium

Too expensive? Make a small donation by buying us coffee ($5) or help with server cost ($10)

Donate via Paypal Become our Patreon

Thank you for your support!