, 113 tweets, 24 min read
My Authors
Read all threads
‘Intelligentie’, zegt een andere leerkracht, ‘is aangeboren. Wij proberen er bij een kind uit te halen wat er in zit, maar meer dan dat lukt niet. Een Trabant kan ook niet tegen die Formule 1-wagen op.’
Mieke de Waal (9 april 1997). ‘Gewoon les’ is vaak te moeilijk. Volkskrant
Het wordt zelden zo expliciet uitgesproken; ergens voelt men wel dat er iets niet klopt.
Is dit je vast overtuiging, ja, dan zul je die in je onderwijs voortdurend bevestigd zien, niet beseffend dat je zelf en je collega’s dat onderwijs de vorm hebben gegeven die dit oplevert.
Deze leerkracht spreekt over ‘intelligentie’ alsof dat een vanzelfsprekend helder concept is. Dat is het dus niet. Het is Westers, het is een populair begrip dat stamt uit tamelijk recente psychologie waar het een technische betekenis heeft (als er al betekenis is).
In de 19e eeuw werd het begrip gebruikt voor verschillen tussen standen, volken, mensen en dieren, gezond en pathologisch. Bv. Paul Broca 1864 ‘On the phenomena of hybridity in the genus Homo’
archive.org/details/onphen… zoek op ‘intelligence’ ‘intelligent’
Nog vroeger: William Howison (1826). ‘The contest of the twelve nations; or, a view of the different bases of human character and talent’ goo.gl/smIk4
Synoniem gebruikt? Karakter - talent - intelligentie.
Ik moet daar toch iets meer over gaan uitzoeken.
Ik vermoed dat 19e eeuwse schrijvers uit de intellectuele elite impliciet refereren aan de eigen stand. Het gebrek aan ‘intelligentie’ bij de volkse klassen, bijv., werd gezien als een aan die klassen gebonden en aangeboren conditie, niet als het gevolg van gebrek aan scholing.
De 19e eeuw ging zorgen voor zijn gestoorden en zwakbegaafden; een buitengewoon kostbare zaak. De speurtocht naar oorzaken had dramatische gevolgen.
Theodore M. Porter (2018). ‘Genetics in the madhouse. The unknown history of human heredity’ Princeton UP press.princeton.edu/titles/11242.h…
De eeuw van Darwin, en dus ook van sociaal Darwinisme (niet aan Darwin te verwijten), een duistere ideologie.
Neef Galton werd voorvechter van de eugenetica, een manier van denken over verschillen in intelligentie die tot zeer veel ellende zou leiden, zelfs nog na WO II.
Richard Weikart (1995). ‘A Recently Discovered Darwin Letter on Social Darwinism’ Isis, 86, 609-611
csustan.edu/sites/default/…

Nicholas Wright Gillham (2001). ‘Sir Francis Galton. From African exploration to the birth of eugenics’ Oxford UP global.oup.com/academic/produ…
Paul Broca (boven) was ook cranioloog: wiskundeknobbels enzovoort. Erfelijk vastgelegde schedelkenmerken.
Alfred Binet ging daar aanvankelijk in mee, en dacht dus al in termen van individuele verschillen voordat hij zijn test op schoolse capaciteiten ontwierp. Maar dat terzijde.
Binet was begaan met het lot van zwakbegaafde kinderen die in het onderwijs struikelden, maar pas na jaren van aanmodderen. Hij ontwierp (met Simon) een test die de zwakbegaafde leerlingen er vroeg uit kon halen, om ze dan speciaal onderwijs te geven. archive.org/details/develo…
“One of Binet’s seminal contributions to the assessment of intelligence was to introduce the idea that we can best index intelligence ... as the individual’s performance in comparison to a reference group (e.g., all six-year-old children).” Ackerman p. 2 books.google.nl/books?id=pMhJD…
Als Ackerman gelijk heeft, introduceerde Alfred Binet het begrip ‘intelligentie’ zoals psychologen dat te pas en te onpas zijn gaan gebruiken. De eerste echt grootschalige test was de Amerikaanse ‘Army Alpha’ test, gebruikt om als de bliksem een staand leger te vormen in WO I.
Met een variant voor ongeletterde recruten: de Army Beta. Deze test lag nog dicht bij het oorspronkelijke doel van Binet. Hier ging het er immers om het identificeren van vrijwel ongeschoolde boerenjongens die niet snel zouden kunnen leren. en.wikipedia.org/wiki/Army_Alpha
Na WO I hadden Amerikaanse psychologen dus een briljant verdienmodel; de ‘intelligentietest’ maakte furore. Europa, dus ook Nederland, werd door dat enthousiasme aangestoken. De ‘normaal verdeelde’ intelligentie werd een onderwijsmodel bij voortrekkers zoals Philipp Kohnstamm.
Er was van meet af aan strijd over de vraag of verschillen in intelligentie erfelijk bepaald waren, of integendeel door de omgeving (armoede vs rijkdom). Ik kom daar op terug, maar wil eerst aanstippen hoe het er in het onderwijs aan toe ging. Dat komt goed uit, ik schreef al:
‘Leren waarderen - de geschiedenis’ (1995) benwilbrink.nl/publicaties/95… (voor een proefschrift dat er niet kwam, maar dit terzijde)
Gepubliceerde Engelse versie:
‘Assessment in historical perspective’
benwilbrink.nl/publicaties/97…
(ook vermeld in Homo Deus van Harari, maar dit terzijde)
Die geschiedenis van beoordelen in het onderwijs is tamelijk uniek, maar dit terzijde. Hij stopt evenwel bij het eind van de 19e eeuw. Het onderwijs veranderde ingrijpend van karakter, werd verplicht (lager onderwijs), emancipatorisch. En de intelligentietest deed zijn intrede.
In al die voorgaande eeuwen telde niet hoe intelligent je was, maar of je de stof beheerste; bijv. Zwolle 14e eeuw: dan mocht je door naar de volgende groep. En vaak ook: of je de stof beter beheerste dan anderen. Rangordenen was aan de orde van de dag. Prijzen voor de besten.
In Leuven, 16e eeuw, waren er groepscompetities tussen de vier pedagogieën. Wie daarin individueel de besten waren konden rekenen op een vaste baan. Verdienste telde hier al, daar was geen Franse Revolutie voor nodig. Leuven was Cambridge (Mathematical Tripos) drie eeuwen voor.
Het gaat mij om het idee van individuele verschillen tussen scholieren of studenten. Dat waren tot de 19e eeuw uitsluitend verschillen in prestaties. Zien we dat nog terug in ons huidige onderwijs? Jazeker, want ons cijfergeven is een directe erfopvolger van het rangordenen.
Van dat rangordenen heb ik nog een staartje meegemaakt: in de 1e klas (1949/50) werden we op rangorde van presteren in de bankjes geplaatst. Toch had dat rangordenen al eind 19e eeuw zijn beste tijd gehad, en werd het overal vervangen door het ‘moderne’ cijfergeven.
Wat is de oorsprong van dat cijfergeven? Mogelijk is het op meerdere plaatsen ontwikkeld vanuit het rangordenen. Een voorbeeld daarvan is de ontwikkeling in Frankrijk (Chervel): een geleidelijk ‘standaardiseren’ van de rangorde. Zie ‘Ranking and marking systems’ in mijn 1997.
Cijfergeven draagt de suggestie in zich dat het iets objectiefs is, maar het is verre van objectief. U bent, als leerkracht, met dat cijfergeven nog steeds aan het rangordenen, maar dan pseudo-gestandaardiseerd. Het wachten is dan op de onderzoekers de cijfers en IQ correleren.
Een voorbeeld:
B. A. Prinsen (1935). ‘Intellectmetingen bij kinderen. Bijdrage tot een vergelijkend onderzoek van stad en platteland’ goo.gl/2vZ5SD (scan hele proefschrift).
p. 34: Correlatie tussen IQ en schoolprestatie is 0,52.
Krijg nou wat. Ik blader in een biografie van Edward Thorndike (onthoud die naam; en.wikipedia.org/wiki/Edward_Th…), en zie hoe Hfdst. 14 opent met precies die individuele verschillen die zowel bij testen op intelligentie als in onderwijs aan de orde zijn, en hoe die zijn te verbinden.
G. J. Clifford (1968). ‘Edward L. Thorndike: The sane positivist’ Begin 20e eeuw is dit. Ik moet dan wel citeren: P. 311: “... Thorndike epitomizes individuality as a key concept of school theory and practice, his is the principle that the school must respect the needs and
capacities of the individual student. While two thousand years of written educational history reveal sporadic awareness of individual differences, concern for adjusting schooling to individuals has awaited both a democratic social ethic and and the quantified facts of
human variation as given by modern psychology.”
Ik weet niet of deze claim over aandacht voor de individuele scholier ook correct is voor het Europese onderwijs, maar dat is een ander thema.
Springend punt: wat zijn die ‘quantified facts’? Is het dat deze erfelijk zijn?
Nog even over die correlatie tussen schoolprestaties en intelligentie: 0,51 in NL in 1935, en hij is een halve eeuw later in Amerika rond 0,50. en.wikipedia.org/wiki/Intellige…
Over intelligentie zie ook De Bruyckere, Kirschner & Hulshof (z.d.) ‘Juffen zijn toffer dan meesters’ 105-111.
Zodra verschillen in ‘intelligentie’ een rol gaan spelen in het onderwijs, heeft het heel, heel grote gevolgen wanneer die verschillen gezien worden als bepalend voor wat er met onderwijs valt te bereiken omdat ze erfelijk zouden zijn, ofwel als te overkomen uitgangsposities.
Dat doet me denken aan een eigen ervaring: als eenvoudig ventje kwam ik op het gymnasium terecht tussen jongens en meisjes die al met de nodige wereldervaringen verrijkt waren. Ik had dus een achterstand, die ik in enige jaren kon inlopen (zo zag ik dat destijds niet). #nurture
Hoe zit dat historisch? Ik wil dat uitzoeken aan de hand van de biografieën van Thorndike (door Clifford) en van Goddard:
Leila Zenderland (1998). ‘Measuring minds. Henry Herbert Goddard and the origins of American intelligence testing’ Cambridge UP (uitverkocht).
Ik wil een brug slaan tussen onderwijsprestaties en intelligentie: ook intelligentie is een onderwijsprestatie. Intelligentie groeit met ieder jaar extra onderwijs. Zoals het ook in familieverband ieder jaar groeit. En in de zomervacantie kan stagneren in achterstandssituaties.
Alfred Binet had natuurlijk achterblijvende schoolprestaties kunnen gebruiken voor een diagnostiek van zwakbegaafdheid (waarom deed hij dat niet?). Zijn test maakte vooral gebruik van opgaven die weinig of niets met het schoolse curriculum hadden te maken.
Er zijn dus twee tenminste twee soorten van schoolse prestaties: de prestaties op toetsen die in het verlengde van het curriculum liggen, en de prestaties op tests die op afstand van dat curriculum zijn ontworpen. Een tussenvorm zijn ‘aptitude tests’, in stelsels zonder
gemeenschappelijk curriculum (bv. de VS, het VK). Eigenlijk zijn die aptitude tests een vorm van intelligentietest (bijv. volgens Robert Sternberg, intelligentie-expert). Voor de historicus een gruwel, maar toch: gebruik dit kader om de geschiedenis scherper te kunnen lezen.
Scherpe overgang van 19e naar 20e eeuw: % van 14-17 jarigen in high school (VS) [p. 4 in ‘The credential society’]. Decennia vanaf 1870:
2,1% - 2,4 - 3,6 - 7,9 - 11,4 - 26,4 - 44,3 - 62,4 (1940).
Gevangen zitten in het verleden, kent u dat gevoel? Wist u dat ons schoolse cijfergeven een soort van gestandaardiseerde vorm van rangordenen van leerlingen is? (blz. 40 in ben-wilbrink.nl/wilbrink_asses…) Wie dat eenmaal weet, kijkt voortaan anders tegen dat cijfergeven aan.
Iets dergelijks zou aan de hand kunnen zijn met het idee van aangeboren verschillen in intelligentie (talent). Laten we eens zien. Het idee is opgekomen in de elite (Galton enz) van een samenleving met nog tamelijk strikt gescheiden standen: de geschoolde elite en het domme volk.
Tijdvak: eind 19e eeuw. De evolutietheorie van Darwin is verwerkt. Erfelijkheid is uiteraard bekend, maar het mechanisme ervan (Mendel, DNA) is nog een mysterie. Het volk is dom omdat God dat zo heeft gewild (het is de natuur), niet omdat ze geen scholing hebben genoten.
Een theorie dat intelligentie erfelijk bepaald is, is een theorie die vleiend is voor de intellectuele stand. Het is fijn om zo’n theorie te hebben, nietwaar? Ik moet dus op zoek naar intellectuelen die er in die tijd echt anders over dachten dan Galton, Thorndike, Fischer.
Edward Thorndike [quoted by Arthur Jensen] “In the actual race of life, which is not to get ahead, but to get ahead of somebody, the chief de­termining factor is heredity.”
Geen eigentijdse tegenspraak, maar 65 jaar later, door Richard Lewontin (1970, Bulletin Atomic Scientists):
“E. L. Thorndike ... made the statement quoted by Jensen in 1905, when nothing was known about genetics outside of at­tempts to confirm Mendel's pa­per. Whatever the eventual truth of his statement turns out to be, Thorndike made it out of his ut­ter ignorance of the
genetics of human behavior, and it can only be ascribed to the sheer preju­dice of a Methodist Yankee.”
Bron: p. 5 in Richard C. Lewontin 1970 ‘Race and intelligence’ arthurjensen.net/wp-content/upl…
Beng. Die zit. Nu de rest nog.
#quantumsprong Binet ontwierp dus die test op zwakbegaafdheid. In de 20er jaren ging die test in Engeland gebruikt worden om ALLE lln. te rangordenen op intelligentie (p. 194, Collins, in 2012 ‘The Oxford handbook of the history of psychology’ Oxford UP global.oup.com/academic/produ…)
Bijvoorbeeld:
Sir W. H. Hadow (chair) 1924 Report of the consultative committee on psychological tests of educable capacity and their possible use in the public system of education catalog.hathitrust.org/Record/0064958…
Een quantumsprong, jawel, maar niet in wetenschappelijk opzicht. Er is sprake van een test (Binet) waarvan de scores samenhangen (correleren) met van alles en nog wat. Maar correlaties zijn nog geen oorzaken. Die test en het idee van intelligentie gaan een eigen leven leiden.
Want wat is het probleem? Intelligentie wordt (begin 20e eeuw) gezien als kenmerk van de leerling, als een vaststaand gegeven. En als dat zo is, dan zijn samenhangen met succes op school en in het leven noodzakelijkerwijs oorzakelijk, nietwaar? Nee dus, dit alles is bullshit.
Met die bullshit zitten Westerse samenlevingen nog steeds opgescheept, de vraag hoe we hierin verstrikt zijn geraakt is dus niet een louter academische. En dat kunnen we ook al heel lang weten, al was het maar dankzij Michael Young’s ‘The rise of the meritocracy 1870 - 2033’.
Clifford, p. 312, over Leibniz: “To explain human variation, the seventeenth philosopher Leibnitz had declared nurture—i.e. education and training—to be all important.” Zij geeft geen vindplaats, dus dat wordt even zoeken. In Thorndike’s ‘Individuality’? archive.org/details/indivi…
Interessant boekje, mogelijk het begin van de differentiële psychologie, in 1911! p. 7, over individuele verschillen: “The differences exist exist at birth and commonly increase with progress toward maturity. Individuality is already clearly manifest in children of school age.”
p. 40 “As will be shown later, the exact
dividing line between the influence of inheritance and the influence of environment or training is subject to dispute, but every one who has investigated the facts carefully admits that the former has some influence. Mental and moral
Mental and moral inheritance from near ancestry is a fact.”

p. 41-2: “The study of mental and moral heredity is thus the study of the greater resemblance or less difference of related than of unrelated individuals.”
Interacties schrijft Thorndike ook maar toe aan erfelijkheid.
p. 44 sectie over onderwijs: ‘The inluence of education’. “To what extent the differences that come to exist amongst individuals are to be attributed to differences in their nurture, is known uncertainly, if at all.”
p. 48 “Each nature in some measure selects its own environment, and each nature may get from an environment a different influence, so that the relative achievements of, say, the boys who this year begin school in America, will probably be more closely parallel to their relative
original talents and interests than to their relative advantages in home and school environment.”
Let wel, dit boekje staat vol met beweringen, het gaat niet om resultaten van serieus wetenschappelijk onderzoek (waarvoor Thorndike ook bekend staat). Invloedrijk? Enorm.
Die laatste opmerking moet ik terugnemen. Thorndike beschikt wel over resultaten van onderzoek, ik moet daar beter naar kijken. Dit boekje is een sleutelpublicatie. Het lijkt qua strekking verdraaid veel op ‘Blueprint’ van Robert Plomin. Dat geeft te denken.
p. 49-50 “Each original nature has so great power of selecting and avoiding the forces of social and educational environment that the fundamental powers, interests, and ideals of such men are largely determined before they are born.”
De opvattingen van Thorndike zijn dan nog genuanceerd, vergeleken met Harvard President Charles William Eliot, 1901, (via Clifford, p. 333) (p. 409 in ‘Educational reform’ archive.org/stream/educati…): “There is no such thing as equality of gifts, or powers, or faculties,
among either children or adults. On the contrary, there is the utmost diversity ; and education and all the experience of life increase these diversities, because school, and the earning of a livelihood, and the reaction of the individual upon his surroundings,
all tend strongly to magnify innate diversities. The pretended democratic school with an inflexible programme is fighting not only against nature, but against the interests of democratic society.”
Deze mannen zien wat zij graag willen zien, en dat zien ze niet. Vgl 1e tweet.
De eerdere verwijzing naar Leibniz kan ik niet plaatsen. Leibniz is in debat met Locke, over de aard van ideeën, ‘blank slate’ enz. Dat is een nature/nurture debat dat niet direct raakt aan individuele verschillen in zoiets als intelligentie. Ook bij Steven Pinker geen succes.
Thorndike is ervan overtuigd dat verschillen in intelligentie genetisch zijn bepaald, al zal de verschijningsvorm ervan natuurlijk afhangen van welke omgevingen er beschikbaar zijn (hier komt zijn connectionisme bij kijken).
Thorndike weet heel goed, en anders zou hij het van Galton hebben geleerd, dat overerving van ouders op kinderen geen deterministisch mechanisme is: broertjes en zusjes zijn geen klonen, zeg maar. Dus zowel de omgeving (nurture) als de genetica (nature) zorgen voor spreiding.
Een andere manier om hetzelfde te zeggen: de empirische data zullen dus rommelig zijn, en hoe kun je dan uit die rommelige data concluderen dat vooral erfelijkheid bepalend is voor later intellectueel en moreel gedrag? Veel ruimte dus voor ideologische vooringenomenheid.
Thorndike lijkt er geen moeite mee te hebben. In dit boekje drukt hij zijn rotsvaste overtuiging uit dat verschillen in intellectuele capaciteiten groot zijn, dat ze genetisch bepaald zijn, en dat het van het grootste belang is dat het onderwijs op die verschillen inspeelt.
Het mooie is dat de intelligentietest die verschillen meet. Onderwijs wordt maakbaar. Bingo. Dat is bijna als twee druppels water ook de ideologie die Robert Plomin in zijn ‘Blueprint’ (en het eerdere ‘G is for genes’) uitdrukt. Is Rosenmöller bij Thorndike te rade gegaan?
Ik vind in de biografie van Collins geen aanwijzingen voor debat tussen Thorndike en wetenschappers die er bepaald anders over denken. Toch staat tegenover de erfelijkheidskampioenen het kamp van al even fanatieke omgevingskampioenen (environmentalists). Verder zoeken maar.
“I agree with you that there is a natural aristocracy among men. The grounds of this are virtue and talents ... For experience proves, that the moral and physical qualities of man, whether good or evil, are transmissible in a certain degree from father to son.” (Jefferson, 1813)
Citaat is uit Pinker ‘The blank slate’ p. 145; karakteristiek voor de intellectuele elite 19e eeuw? Thomas Jefferson, de man van de ‘Declaration of Independence’. “We hold these truths to be self-evident; that all men are created equal.” De gelijkheid is gelijkheid voor de wet.
Ho, wacht. Stephen Jay Gould’s ‘The mismeasure of man’ heeft een uitgebreid hoofdstuk over precies mijn thema: ‘The hereditarian theory of IQ, an American invention’. Dat begint met een uitgebreide behandeling van werk van de held Alfred Binet, wiens werk verkracht is in de VS.
Gould p. 153 citeert Binet: ‘This is a child who will never amount to anything ... he is poorly endowed ... he is not intelligent at all.’ How often have I heard these imprudent words. (1909, p. 100 [moet zijn: 140], ‘Les idées modernes sur les enfants’) fr.wikisource.org/wiki/Les_Id%C3…
Gould laat uitvoerig zien hoe de opvattingen van Binet over intelligentie, zijn test, en het gebruik van zijn test haaks staan op de toepassing van intelligentietests enkele decennia later in de VS. Lees het bij Binet zelf na, al besteed je er maar vijf minuten aan. Zonder te
vervallen in het radicalisme van het environmentalism biedt Binet sterke argumenten tegen opvattingen zoals die van Edward Thorndike die in de VS dominant worden. Maar de VS gebruikte wel de test, niet de inzichten van Binet. Ook wij zitten daar vandaag de dag nog steeds mee.
O ja, de juist geciteerde ‘onvoorzichtige woorden’ zijn die van onderwijzers die Binet heeft ontmoet. Het citaat in de eerste tweet van deze draad heeft dus een al zeer oude voorgeschiedenis.
Ik heb een belangrijk deel van de geschiedenis van het begrip intelligentie nu wel voor ogen. In zekere zin begint en eindigt het bij Alfred Binet. Chapeau voor Alfred: het ware te wensen dat zijn inzichten het onderwijs hadden doordrongen. Helaas, dat mocht niet zo zijn.
Of verschillen in intelligentie vooral erfelijk zijn bepaald, of juist niet, wat doet dat ertoe voor onderwijs? Precies. Breng alle leerlingen op hoog basisniveau. Geef zó les dat binnen die les verschillen in intelligentie nauwelijks een rol spelen. Dat kan. #level_playfield
Ik heb nog een paar stapels literatuur voor me liggen, er zal best wel iets aan te vullen zijn op het bovenstaande schema (een elite die zich vleit met erfelijkheid van hun morele besef en intelligentie; een bijzonder Frans testje; hoe dat, gemengd, in de VS ontploft; gevolgen).
Edward Thorndike 1919 ‘Intelligence and its uses’ Harpers gwern.net/docs/iq/1920-t…
Over Thorndike & intelligentie een informatieve analyse in Karier 1986 ‘The individual, society, and education. A history of American educational ideas’ 170-6 books.google.sm/books?id=UrxSU…
In Google in zijn geheel te lezen, erg fijn. De sectie over Watson volgt er meteen op: ‘Behavioral engineering’. John B. Watson was over intelligentie een tegenpool van Thorndike: social radicalism vs social conservatism.
Zowel Binet als Thorndike verbinden consequenties aan de betekenis die zij verschillen in intelligentie geven. Binet vindt dat iedere leerling goed onderwijs moet krijgen, ongeacht die verschillen (die immers door omstandigheden ontstaan kunnen zijn).
Thorndike past het onderwijs juist aan die verschillen aan omdat zij voor hem genetisch bepaald zijn. Minder intelligent? Jammer dan. Minder intelligenten voortgezet onderwijs geven, daar moet je bij Thorndike niet mee aankomen. En dat onderwijs groeit juist hard, begin 20e eeuw.
Hedendaags oordeel over het werk van Binet: Linda Jarvin & Robert J. Sternberg (2003). ‘Alfred Binet's contributions as a paradigm for impact in psychology’, Ch. 3 in B.J. Zimmerman & D.H. Schunk ‘Educational psychology: A century of contributions’ books.google.nl/books?id=YyVHB…
Citaat daaruit: “Once again, it is important to remember that Binet did not view intelligence as an entity fixed at birth, but rather, as incremental. It is precisely because of the elastic nature of intelligence and the possibility of developing it through education that
children with specific needs, who were not totally benefiting from the regular school system, needed to be identified and to be given the special education that would help them develop their intellectual abilities. This, however, was not the belief of the "Galtonian" researchers
who imported Binet's instrument to the United States and Great Britain."
Interessant om dit hfdst. over Binet door te kijken (Google geeft meerdere blz.); omdat Binet een grensverleggend psycholoog was, en vooral omdat zijn werk over intelligentie zo verkracht is in de VS.
Do you know by now what ‘intelligence’ is? Other psychologists stole the intelligence test from Binet, and turned it upside down. With Binet, his intelligence test was just a pragmatic amalgam of items asking for ‘higher order’ thinking, explicitly independent of school learning.
Binet’s was a diagnostic test for identifying feebleminded pupils who might be much better of in special education, giving them a chance to catch up yet with ‘normal’ pupils. With Binet, intelligence was not evolutionarily/genetically fixed; on the contrary, it was malleable.
Binet’s testing procedure was remarkably careful. 1) The teacher furnished his estimates of the intelligence of the pupils, based on their achievements in school, 2) the children were assessed on their mastery of school stuff, 3) strictly independent from 1) and 2) (to prevent
any bias) children were tested on their intelligence and observed how they went about answering the questions. Contrast that careful procedure with the carelessness nowadays in testing school children on intellectual abilities!
Yes, intelligence is what the intelligence test measures, Binet said so. Intelligence is not a thing; it is not a once and for all given characteristic of the child; it might be partly heritable but why bother with heritability? Intelligence is an achievement, it grows.
(better off). With hindsight, I am sorry this thread is in Dutch mainly: Twitter’s translations in English are abominable. Any questions? Just ask me.
For further developments in de US regarding intelligence testing (esp. the SAT), see f.e. Nicholas Lemann (1999). ‘The big test. The secret history of the American meritocracy’
Its author interviewed: pbs.org/wgbh/pages/fro… sporting Binet in the very first sentence. Informative.
I have left out any mention of eugenics, on purpose. For that sinister side of the story see Daniel J. Kevles (1985). ‘In the Name of Eugenics: Genetics and the Uses of Human Heredity’ Knopf.
books.google.nl/books/about/In…
Question: ‘Ben, you seem to imply that the American testing industry (ETS, SAT, ACT) has it all wrong. Can that possibly be true?’. Yes, it can. Proof of that possibility: the even more serious eugenics disaster.
Dutch school exams have become a kind of aptitude tests, also.
The idea of ‘aptitude’ has a history also. An accidental find: ‘Essentialist ideology. Its origins and its scientific form, the theory of natural aptitudes’ [Ch. 1 in Noelle Bisseret (1979) ‘Education, class language and ideology’. Section captions:
‘Prior to the nineteenth century, the word ‘aptitude’ designated a contingent reality’
‘The first half of the nineteenth century: ‘aptitude’ becomes an essential hereditary feature: birth of a new ideology justifying social inequalities’
‘The second half of the nineteenth century: ‘Aptitude’ refers to a strictly biological causal process. The word ‘becomes a part of everyday language’’
‘The age od tests: aptitude as a measurable reality. The science of aptitudes as the warrant of a legitimate social order’
‘Scientific definitions of the concept of aptitude. A criticism of the relevance of its use in the social sciences. Permanence of a nineteenth pattern of thought’

Nice to see a plan come together. In a nutshell Bisserets the story told in this thread, in terms of ‘aptitude’.
The chapter starts at p. 6. In Google most pages of this chapter by Bisseret can be read: books.google.nl/books?redir_es…
On self-serving theories of men like Galton. A quote from Kevles [‘In the name of eugenics’], p. 4

“And had he [Galton] been more self-aware he might have understood that his proto-eugenic pronouncements celebrated the social milieu—and met the psychic needs—of Francis Galton”
131: “To say that the scores, taken together, indicated something called general intelligence, Brigham concluded, was to indulge in ‘psychophrenology’, to confuse the test name—e.g., ‘verbal’—with the reality of the trait, and to misidentify the summed traits with intelligence.”
Carl Brigham, 1923 proponent of IQ testing and eugenics, had become a sceptic in 1930. Kevles: “The more he studied the data, the more he came to believe the tests .. measured only how well the examinee did on a particular examination.” Intelligence = just what the test measures.
Yet another quote: “.. the British had their class, if not ethnic, differences, and neither psychologists nor educators were on the whole disposed to query what they believed in their bones to be true—that the lower classes were on the average less intelligent than the upper.”
In The Netherlands, 1969, Jos Aarts, ‘Beknopt leerboek der algemene didactiek’ p. 215. Oordeel zelf. “De onderwijzer zal bij zijn onderwijs met de verschillende aanleg en begaafdheid rekening moeten houden. Als zodanig is het voor hem tot op zekere hoogte gelijk of deze
verschillen veroorzaakt worden door aangeboren aanlegfactoren of door milieuverschillen. In beide gevallen ligt het ontstaan van deze verschillen zo goed als geheel buiten de mogelijkheid van de beïnvloeding door de pedagoog. Hij heeft deze verschillen te aanvaarden.” Volgt dat?
Another Carl Brigham quote, cited in John B. Carroll 1982 ‘The measurement of intelligence’ [in Robert J. Sternberg ‘Handbook of human intelligence’], p. 63: “The testing movement came to this country some twenty-five years ago accompanied by one of the most serious fallacies
in the history of science, namely, that the tests measured ‘native intelligence’ purely and simply withot regard to training or schooling. I hope nobody believes that now. The test scores very definitely are a composite including schooling, family background, familiarity with
English, and everything else, relevant and irrelevant. The ‘native intelligence’ hypothesis is dead.”
Brigham, by the way, originated the SAT, the Scholastic Aptitude Test of CEEB (first used in 1937, admissions Ivy League universities).
Carroll not online, but I got a surprise:
A recent reader on intelligence is available online, wow!
Robert J. Sternberg (Ed.) (2018). ‘The nature of human intelligence’. Cambridge UP.
archive.org/details/TheNat…
Missing some Tweet in this thread? You can try to force a refresh.

Enjoying this thread?

Keep Current with Ben Wilbrink

Profile picture

Stay in touch and get notified when new unrolls are available from this author!

Read all threads

This Thread may be Removed Anytime!

Twitter may remove this content at anytime, convert it as a PDF, save and print for later use!

Try unrolling a thread yourself!

how to unroll video

1) Follow Thread Reader App on Twitter so you can easily mention us!

2) Go to a Twitter thread (series of Tweets by the same owner) and mention us with a keyword "unroll" @threadreaderapp unroll

You can practice here first or read more on our help page!

Follow Us on Twitter!

Did Thread Reader help you today?

Support us! We are indie developers!


This site is made by just three indie developers on a laptop doing marketing, support and development! Read more about the story.

Become a Premium Member ($3.00/month or $30.00/year) and get exclusive features!

Become Premium

Too expensive? Make a small donation by buying us coffee ($5) or help with server cost ($10)

Donate via Paypal Become our Patreon

Thank you for your support!